5.1 SUBMODUS VOOR HET VOLGEN VAN DE KOERS
De gebruiker kan desgewenst van de modus voor windstreken overschakelen naar de functie voor het volgen
van de koers en daarbij de functie voor koersvergrendeling gebruiken (afb. 7).
Ga als volgt te werk in de hoofdmodus voor het kompas:
1. Houd de knop [Select] ingedrukt gedurende twee seconden. De tekst "OFF" begint te knipperen in veld 1
(afb. 8).
2. Druk op de knop [+] of [-] om te schakelen tussen "ON" en "OFF".
3. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u op de knop [Select] om naar de volgende
instelling te gaan. De huidige koers in graden begint te knipperen in veld 2 (afb. 9).
4. Draai de wristopcomputer in de gewenste richting. Vergrendel de weergegeven koers door op de knop [-] te
drukken.
5. Pas de vergrendelde koers zo nodig aan door op de knop [Select] te drukken en vervolgens de koers te
wijzigen met de knoppen [+] en [-].
6. Wanneer de gewenste koers wordt weergegeven, drukt u op de knop [Mode] om de wijzigingen te accepteren
en de instellingen af te sluiten.
Opmerking: als de gebruiker gedurende één minuut geen knop indrukt tijdens het opgeven van instellingen,
worden de instellingen automatisch afgesloten.
Opmerking: wanneer de koers wordt vergrendeld in de submodus Bearing Trading worden kompasmetingen
geblokkeerd.
5.2 SUBMODUS VOOR DECLINATIECORRECTIE
Met de wristopcomputer kan de gebruiker het verschil tussen het werkelijke noorden en het magnetische
noorden compenseren.
Hiervoor moet de declinatie worden gecorrigeerd, zodat de gebruiker vervolgens de juiste kompasmetingen
verkrijgt.
Druk in de kompasmodus eenmaal op de knop [Select] om deze submodus te openen.
35