9. Wanneer de gewenste maateenheid wordt weergegeven, drukt u op de knop [Select] om naar de volgende
maateenheid te gaan. Bovenaan in het midden van veld 1 begint "m/min" of "ft/min" te knipperen.
10.Druk op de knop [+] om te schakelen tussen "m/min" en "ft/min".
11.Wanneer de gewenste maateenheid is geselecteerd, drukt u op de knop [Mode] om de wijzigingen te
accepteren. Druk opnieuw op de knop [Mode] om terug te gaan naar de hoofdmodus voor de tijdsweergave.
Het selecteren van de maateenheden is voltooid.
1.6 KALIBRATIE VAN DRUKSENSOR
Hiermee wordt een FABRIEKSINSTELLING gekalibreerd. Als u deze mode hebt geopend, wordt het ten zeerste
aanbevolen dat u deze instelling afsluit door op [Mode] te drukken. Als u deze instelling kalibreert, kan dit
NEGATIEVE GEVOLGEN hebben voor alle instellingen voor de hoogtemeter en barometer van de
wristopcomputer.
Voor deze instelling wordt "SNR" (Sensor) weergegeven in veld 1. Druk niet op de knop [+] of [-] om de druk
aan te passen. Sluit deze instelling eenvoudig af door op de knop [Select] te drukken om terug te gaan naar de
instellingsmodus "UNI" of door op de knop [Mode] te drukken om terug te gaan naar de hoofdmodus.
Neem contact op met onze afdeling voor productondersteuning als de kalibratie van de drukinstelling is gewijzigd.
1.7 ONDERHOUD
Voer alleen de gedetailleerde procedures uit die worden beschreven in deze handleiding. Voer geen ander
onderhoud uit aan de wristopcomputer en probeer niet de behuizing te openen of de knoppen op de ring te
verwijderen.
Bescherm de wristopcomputer tegen stoten, hitte en langdurige blootstelling aan direct zonlicht. Wanneer u
de wristopcomputer niet gebruikt, kunt u deze het beste bij kamertemperatuur opbergen op een schone, droge
plaats.
U kunt de wristopcomputer schoonmaken met een vochtige (warme) doek. Voor hardnekkige vlekken en
krassen kunt u een zachte zeep gebruiken.
Gebruik geen sterke chemische middelen zoals benzine, reinigingsoplosmiddelen, aceton, alcohol, zelfklevend
materiaal en verf op de wristopcomputer omdat deze stoffen de lak, de behuizing en de afwerking kunnen
aantasten.
11