In de submodus Declination Adjustment (afb. 33):
•
Wordt in veld 1 de declinatierichting weergegeven. Hierbij staat OFF voor geen declinatie, staat W voor
west en staat E voor oost.
•
Wordt in veld 2 de declinatie in graden weergegeven.
•
Wordt in veld 3 de tekst "dEC" weergegeven.
5.2.1 De lokale declinatie instellen
1. Houd de knop [Select] ingedrukt gedurende twee seconden. De tekst "OFF" begint te knipperen in veld 1.
2. Druk op de knop [+] of [-] om de declinatierichting te wijzigen in veld 1.
3. Wanneer de gewenste richting wordt weergegeven, drukt u op de knop [Select] om naar de volgende
instelling te gaan. De graden beginnen te knipperen in veld 2.
4. Druk op de knop [+] om het aantal graden te verhogen of druk op de knop [-] om het aantal graden te
verlagen.
5. Wanneer het gewenste aantal graden wordt weergegeven, drukt u op de knop [Mode] om de wijzigingen te
accepteren en de instellingen af te sluiten.
Opmerking: als de gebruiker gedurende één minuut geen knop indrukt tijdens het opgeven van instellingen,
worden de instellingen automatisch afgesloten.
De lokale declinatie is nu ingesteld.
5.3 HET KOMPAS KALIBREREN
Het kompas moet alleen worden gekalibreerd wanneer de wristopcomputer zich nabij magnetische bronnen
bevindt of wordt blootgesteld aan zeer lage temperaturen, wanneer de batterij wordt vervangen en wanneer
het vermoeden bestaat dat de kompasmetingen worden beïnvloed door andere omstandigheden.
Opmerking: het wordt ook aanbevolen om het kompas te kalibreren voordat het voor de eerste keer wordt
gebruikt en voorafgaand aan elke trektocht waarop het kompas zal worden gebruikt.
U kalibreert het kompas als volgt:
1. Druk tweemaal op de knop [Select] in de hoofdmodus van het kompas [COMP]. In veld 1 wordt de tekst
"CMP" weergegeven. In veld 3 wordt de tekst "CAL" weergegeven (afb. 34).
36