•
Een noord/zuid-pijl.
•
Een koersvolgmodus waarin de gewenste richting en de werkelijke koers worden weergegeven.
•
Een waterpasbel voor een nauwkeurige weergave van +3 graden (alleen in de Vector).
•
Een draaibare ring.
•
Een nauwkeurigheid van 1° voor de koers, +5° voor de noord/zuid-richting.
•
Een declinatiecorrectiefunctie.
U kunt de kompasmodus [COMP] als volgt weergeven en gebruiken:
Controleer de modusindicatiebalk. Als de moduspijl niet onder COMP staat, drukt u op de knop [Mode] totdat
de pijl juist onder COMP staat op de balk.
In de kompasmodus [COMP] (afb. 6):
•
Worden in veld 1 de windstreken weergegeven.
•
Wordt in veld 2 de koers in graden weergegeven.
•
Wordt in veld 3 de huidige tijd weergegeven.
•
Op de displayrand wordt de noord/zuid-pijl grafisch weergegeven. Hierbij verwijst één oplichtend segment
naar het noorden en verwijzen drie oplichtende segmenten naar het zuiden.
De wristopcomputer beschikt over een waterpasbel om een nauwkeurige weergave binnen +3 graden te
bieden. De gebruiker moet de koers bepalen door de wristopcomputer van de pols te nemen. De gebruiker
centreert de vloeistofbel om te zorgen dat de wristopcomputer geheel vlak ligt en voert een kompasmeting uit.
De kompasweergave is 45 seconden lang actief per keer. Vervolgens schakelt het kompas over naar de
slaapstand en verschijnt de indicator "- --°" in veld 2. Het kompas kan opnieuw worden geactiveerd door op de
knop [-] te drukken.
Opmerking: kompasmetingen moeten altijd worden uitgevoerd op afstand van objecten die kunnen fungeren
als magnetische bronnen. Vermijd grote metalen objecten, stroomkabels, luidsprekers, elektrische motoren,
enzovoort.
Voer de metingen altijd uit in de open lucht, niet in tenten, grotten of andere beschutte plaatsen.
34