2
POMPDRUK
Wordt in de fabriek ingesteld op 12 bar. Om de druk te wij-
zigen, de schroef (5, fig. 7, pag. 4) gebruiken.
3
AFSTELLING BRANDERKOP (zie fig. 14)
Is afhankelijk van het debiet van de brander en wordt uit-
gevoerd door de stelschroef (2) in de richting van de klok
of tegen de richting van de klok in te draaien totdat de inke-
ping op de regelaar (3) overeenkomt met de buitenkant
van de verstuiverhouder (1).
– In de schets is de kop afgesteld voor een debiet van 0,65
GPH bij 12 bar. De inkeping 3 van de regelaar (3) komt
overeen met de buitenkant van de verstuiverhouder (1)
zoals in de tabel wordt aangegeven.
4
AFSTELLING LUCHTKLEP (zie fig. 14)
Gebruik hiervoor de schroef (4) na de moer (5) losgedraaid
te hebben. Als de brander stopt, sluit de luchtklep automa-
tisch, tot aan een maximale onderdruk in de schouw
van 0,5 mbar.
4.3 PLAATSING VAN DE OPTISCHE VEZEL,
Om de optische vezel te plaatsen moet de volgende procedure uitgevoerd worden:
Steek de optische vezel (1) in de spiraalhouder (3) en verzeker u ervan dat hij tot de aanslag komt.
Draai de schroef (4) voorzichtig aan om de optische vezel (1) vast te zetten.
4.4 AFSTELLING ELECTRODEN,
OPGELET
DE AFSTANDEN MOETEN
WORDEN GERESPECTEERD
Leg de spiraalhouder (3) tegen de
verstuiverhouder (2) en blokkeer
hem met de schroef (4).
D r a a i d e s c h r o e f ( 6 ) l o s o m
eventueel de elektrodengroep (5)
te
regelen.
O m d e e l e c t r o d e n t e k u n n e n
regelen, voer de handeling uit
zoals beschreven onder 4.1 -
" A A N G E R A D E N
VERSTUIVERS", blz. 6).
4.5 VOORVERWARMING VAN DE BRANDSTOF
Om een regelmatige ontsteking en werking te verzekeren, ook bij lage temperaturen, is er in de branderkop een
olievoorverwarmer voorzien. De voorverwarmer treedt in werking bij sluiting van de thermostaten. De toestem-
ming voor het starten van de brander wordt gegeven door een thermostaat op de verstuiverhouder zodra de op-
timale temperatuur voor de ontsteking bereikt is.
De voorverwarming blijft in werking zolang de brander werkt en slaat uit bij de branderstop.
2922
(zie fig. 15)
(zie fig. 15)
0
Fig. 15
4,5
– 0,5 mm
D4222
7
NL
Fig. 14
S7717
5
6
2
1
4
3
2
4
1
5
3
1
3,5
mm
5,5
mm