Installatie
Verbrandingsgasinstallatie
Algemene vereisten
Afstemming met
districtsschoorsteenveger
Gebruik van toegestane
verbrandingsgassystemen
Dimensionering van de
verbrandingsgasleiding
Aanbeveling voor de
uitvoering
Uitvoeringen
Afhankelijk van omgevingslucht B23
Afvoer van de verbrandingsgassen via het
dak. De verbrandingslucht wordt uit de
opstelplaats weggezogen. Een goede
verluchting van de opstelplaats moet
gegarandeerd zijn.
Niet toegestaan voor ruimtes waar
doorlopend personen aanwezig zijn.
Niet afhankelijk van omgevingslucht
C63
(C33
)
x
x
Afvoer van lucht en verbrandingsgassen via
het dak binnen hetzelfde drukbereik.
Systeem voor de aanvoer van de
verbrandingsgassen concentrisch tot aan de
afvoer via het dak.
Niet afhankelijk van omgevingslucht
C63
(C93
)
x
x
Afvoer van lucht en verbrandingsgassen via
het dak binnen hetzelfde drukbereik.
Verbindingsstuk als systeem voor de
aanvoer van de verbrandingsgassen
concentrisch tot aan de schacht. In de
schacht alleen afvoerleiding, aanvoer via
ringspleet in de schacht.
Niet afhankelijk van omgevingslucht
C63
(C53
)
x
x
Verbindingsstuk als systeem voor de
aanvoer van de verbrandingsgassen
concentrisch tot aan de gevel. Lucht van de
gevel, afvoer van de verbrandingsgassen
via het dak.
Precisering van de vereiste
Vóór de start van de werken aan de verbrandingsgasinstallatie moet de installateur
met de bevoegde districtsschoorsteenveger (BSM) de nodige afspraken maken of de
installatie schriftelijk aan de BSM toelichten. De BSM moet deze installatie keuren.
CE-certificering volgens EN 14471.
Geschiktheid voor stookolie EL.
Geschiktheid voor verbrandingsgastemperatuur van minstens 120 °C.
Niet gevoelig voor vocht en overdruk conform EN 1443, gasdichtheid klasse P1.
Naventilatie in gelijkstroom met een ringspleet van min. 20 mm in de hoekige schacht,
c.q. ringspleet van 30 mm in ronde schacht.
sies te berekenen.
ELCO biedt geschikte verbrandingsgassystemen aan als toebehoren.
De verbrandingsgasinstallatie correct dimensioneren. Absoluut noodzakelijk voor de
werking en het veilige gebruik van de verwarmingsketel.
Max. lengte voor de leidingen van het verbrandingsgassysteem volgens EN 13384
berekenen.
- Beschikbare opvoerdruk is terug te vinden in de technische specificaties.
Bewijs van correcte werking opmaken in overeenstemming met de specifieke nationale
normen en richtlijnen.
Aantal bochten zo veel mogelijk beperken. In plaats van bochten van 90° zo veel
mogelijk bochten van 45° gebruiken.
Horizontale verbindingsstukken plaatsen met een min. helling van 3° (in de
stromingsrichting van de verbrandingsgassen), om neerslag van condens te vermijden.
Horizontale verbindingsstukken met helling in andere richting zijn niet toegestaan.
Vermeerdering of vermindering van de nominale breedte alleen toegestaan voor het
verbindingsstuk tussen de ketel en de verbrandingsgasschacht. Vermeerdering zo veel
mogelijk alleen in het loodrechte deel van het verbindingsstuk, anders is een
bijkomende condensafscheider vereist.
C63
B23
P
P
131
Tegenstroom eventueel lagere dimen-
(C33
)
C63
(C93
)
x
x
x
x
Condensafscheider
Als de afvoerleiding in het horizontale
deel van het verbindingsstuk verbreed
wordt, moet daarna een
condensafscheider worden ingebouwd.
NL
C63
(C53
)
x
x