Installatie; Uitvoering Van Het Verwarmingssysteem - elco STRATON XL 150 Notice D'emploi

Chaudière à condensation au fioul
Masquer les pouces Voir aussi pour STRATON XL 150:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Installatie

Uitvoering van het verwarmingssysteem

Algemene vereisten voor het
verwarmingssysteem
Gebruik van ELCO-normen
of systeemvoorstellen
Plaatsing van
verwarmingscircuitpompen
Gemengde
verwarmingscircuits
Systeemscheiding door een
platenwarmtewisselaar
Gebruik van een
hydraulische wisselaar
Gebruik hogetemperatuur-
terugloopsteunen
Tapwaterbereider
Precisering van de vereiste
Bij de opbouw van de verwarmingsinstallatie moeten de normen of systeemvoorstellen van
ELCO worden gebruikt. Daartoe zijn ELCO-documenten met hydraulische schema's,
stroomschema's en parameterlijsten voor de instelling van de regeling beschikbaar. De
afbeeldingen zijn niet altijd volledig. Voor de praktische omzetting gelden de respectieve
regels der techniek.
Aanwijzing:
De normen kunnen gratis worden aangevraagd. Dankzij de opgestelde
aansluitingsschema's en parameters voor de instelling van de regeling worden de
installatie en inbedrijfstelling vergemakkelijkt.
Voor installaties die van de normen afwijken, is een stroomschema vereist. Dat kan door
ELCO bezorgd worden.
Verwarmingspompen in centrale verwarmingen moeten volgens de erkende technische
regels gedimensioneerd zijn.
Waterdebiet in de ketel beperken tot een temperatuurspreiding van minimaal 7° K.
Correcte plaatsing van de pomp uitvoeren. Hoge debietwaarden en te groot
gedimensioneerde pompen kunnen tot dichtslibbing of tot afzettingen op de vlakken van
de warmtewisselaars leiden en zo het condensatie-effect van de ketel verminderen.
De regeling van de verwarmingscircuits met 3-wegse mengkleppen verbetert het
regelgedrag en is vooral bij installaties met meerdere verwarmingscircuits raadzaam. 4-
wegse mengkleppen en injectieschakelingen moeten daarentegen vermeden worden,
omdat deze het condensatie-effect verminderen.
Er moet een systeemscheiding worden gerealiseerd wanneer:
Een continue toevoer van zuurstof in het verwarmingswater niet vermeden kan worden
(geen gesloten installatie, niet-diffusiedichte kunststofbuizen van een vloerverwarming,
continue bijvulling van verwarmingswater).
Het totale volume van het vul- en bijvulwater dat tijdens de levensduur van de ketel
gevuld c.q. bijgevuld wordt, mag de drievoudige waterinhoud van de installatie niet
overschrijden.
Wanneer de kwaliteit van het verwarmingswater om andere redenen niet voldoet aan de
vereisten van de ketel met rookgascondensor (oude installatie met hoge
vervuilingsgraad, toevoeging van chemicaliën).
Met het oog op de optimalisering van het warmtegevend vermogen moet het gebruik van
een hydraulische wisselaar zo veel mogelijk vermeden worden. Bij bepaalde
installatieconfiguraties, bv. bij installaties met meerdere ketels of bij een circulatievolume
van de verwarmingscircuits overeeenkomt met een temperatuurverschil < 7°K, is het
gebruik van een hydraulische wisselaar echter vereist.
Grotere verwarmingsinstallaties bestaan vaak uit meerdere verwarmingscircuits met
verschillende systeemtemperaturen. Wanneer alle verwarmingscircuits in een
gezamenlijke terugloop samengevoegd worden, ontstaat een mengtemperatuur die hoger
is dan de laagste teruglooptemperatuur. Hierdoor vermindert het condensatie-effect.
Om dit te verhinderen, is de condenserende verwarmingsketel STRATON XL met een
tweede terugloopsteun uitgerust. Verwarmingscircuits met hoge teruglooptemperaturen
zoals bij warmwaterbereiding of bij verluchtingsinstallaties worden op de hogetemperatuur-
terugloopsteunen aangesloten. Daarbij moet het debiet boven de lagetemperatuur-
terugloopsteunen meer dan 10 % van het totale debiet bedragen.
Wanneer er geen sprake is van verschillende teruglooptemperaturen, worden alle
verwarmingscircuits op de lagetemperatuur-terugloopsteunen aangesloten.
Bij aansluiting van een tapwaterverwarming met geïntegreerde warmtewisselaar op de
hogetemperatuur-terugloop is het raadzaam om het verwarmingscircuit met de laagste
teruglooptemperatuur gelijktijdig met de warmwaterbereiding te laten werken. Hierdoor
stijgt het rendement van de condenserende verwarmingsketel.
Tapwaterverwarmingen met een externe warmtewisselaar moeten omwille van de lage
teruglooptemperatuur op de lagetemperatuur-terugloop worden aangesloten.
Tapwaterverwarming zo dimensioneren dat het laagste thermisch vermogen van de ketel
(afhankelijk van de brander) niet meer bedraagt dan het overdrachtvermogen van de
warmtewisselaar voor warm water. Is het ketelvermogen te hoog in verhouding tot het
overdrachtvermogen van de warmtewisselaarslang, dan zal de brander frequent opstarten.
125
NL

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières