BEDIENINGSINSTRUCTIES
De elektrode moet geslepen worden zoals aangegeven is in her schema.
Toevoegmateriaal
De lasstaven moeten de zelfde eigenschappen hebben als het basismateriaal.
Het gebruik van stroken die van het basismateriaal afkomstig zijn is af te raden omdat deze allerlei onzuiverheden kunnen
Beschermgas
Hiervoor wordt bijna altijd zuivere argon (99,99%) gebruikt.
(DC-)
3-20 A
15-80 A
70-150 A
150-250 A
250-400 A
400-500 A
500-750 A
750-1100 A
9.3 Lassen met constante draadtoevoer (MIG/MAG)
Inleiding
Een MIG systeem bestaat uit een gelijkstroom stroombron, een toevoereenheid, een draadspoel een toorts en gas.
NL
Werkmethoden
Bij het Mig lassen onder beschermend gas zijn twee overdrachtssystemen nodig die gerangschikt kunnen worden naar de
manier waarop metaal wordt overgebracht van de elektrode naar het werkstuk.
lasbad, waardoor een kortsluiting veroorzaakt wordt waarbij de draad als zekering optreedt en de boog onderbroken wordt.
Vervolgens gaat de boog weer brandenen wordt de cyclus herhaald.
Stroomgamma
(DC+)
-
-
10-20 A
15-30 A
25-40 A
40-55 A
55-80 A
190-300 A
80-125 A
325-450 A
(AC)
Mondstuk
3-20 A
20-30 A
30-80 A
60-130 A
100-180 A
160-240 A
n° 10
n° 12
Handmatig lassysteem
De stroom wordt op de boog overgebracht via de smeltelektrode
lassen werkstuk overgebracht.
De draadtoevoer is nodig om de gesmolten toevoegdraad tijdens
het lassen aan te vullen.
1. Toorts
2. Draadtoevoer
3. Lasdraad
4. Te lassen werkstuk
5. Generator
6. Gasfles
302
Gas
Flow
n° 4
5-6 l/min
n° 5
6-8 l/min
n° 6
7-10 l/min
n° 7
8-12 l/min
n° 8
10-14 l/min
n° 8
12-16 l/min
15-20 l/min
20-25 l/min