SETUP
Crater filler
26
Maakt het mogelijk de draadtoevoer snelheid te regelen tijdens de slot fase van het lassen.
Hierdoor kan de energie aanvoer worden verminderd wanneer dat noodzakelijk is bij dit deel van het werk in deze
fase als het materiaal al heel heet is, zodoende wordt het risico op ongewilde deformaties verkleind.
Minimaal
20 %
Timing aanvankelijk increment
27
Voor het automatiseren van de functie voor vullen van de krater.
Minimaal
0.1 s
Timing krater vullen
28
Hiermee wordt de tijd voor vullen van de krater ingesteld.
Voor het automatiseren van de functie voor vullen van de krater.
Minimaal
0.1 s
Puntlassen
30
Zorgt ervoor de plaatselijk las procedure uit te voeren en stelt een lastijd in.
Minimaal
0.1 s
Pauze punt
31
Minimaal
0.1 s
Aanvankelijke incrementopbouw
34
Om een geleidelijke overgang in te stellen van aanvankelijk increment naar lassen.
NL
Minimaal
0 s
Rampa crater filler
35
Om een geleidelijke overgang in te stellen van lassen naar vullen van de krater.
Minimaal
0 s
Inductantie (weerstand bij wisselstroom)
202
Maakt het regelen mogelijk van de weerstand van het las circuit.
Maakt het mogelijk een snellere of langzamere boog te krijgen door de bewegingen van de lasser en de
natuurlijke las instabiliteit te compenseren.
Minimaal
-30
Gecompenseerde gemiddelde spanning
331
Hiermee wordt de lasspanning ingesteld.
Maximaal
Fabrieksinstelling
200 %
80 %
Maximaal
Fabrieksinstelling
99.9 s
0/uit
Maximaal
Fabrieksinstelling
99.9 s
0/uit
Maximaal
Fabrieksinstelling
99.9 s
0/uit
Maximaal
Fabrieksinstelling
99.9 s
0/uit
Maximaal
Fabrieksinstelling
10 s
0/uit
Maximaal
Fabrieksinstelling
10 s
0/uit
Maximaal
Fabrieksinstelling
+30
0/syn
292