6. ONDERHOUD
verstrekt. Als de machine is ingeschakeld moeten alle ingangspunten en panelen zijn gesloten. De installatie mag
op geen enkele manier worden gewijzigd. Voorkom ophoping van metaalstof bij of op het koelrooster.
Iedere onderhoud beurt dient te worden gedaan door gekwalificeerd personeel. Bij reparatie of vervanging van
een onderdeel in de machine door onbevoegd personeel vervalt de garantie. De reparatie of vervanging van een
onderdeel in de machine dient te worden gedaan door gekwalificeerd personeel.
Schakel de stroomtoevoer altijd uit voor u onderhoud pleegt.
6.1 Controleer de stroombron regelmatig als volgt
6.1.1
Reinig de machine aan de binnenkant door hem uit te blazen en af te borstelen met een zachte borstel. Controleer
de elektrische aansluitingen en de kabels.
6.1.2 Voor het onderhoud of de vervanging van de toorts, elektrodetang en of aardkabels:
Controleer de temperatuur van het onderdelen en overtuig u ervan dat ze niet te heet zijn.
Gebruik geschikte sleutels en gereedschap.
6.2
Als geen regelmatig onderhoud wordt uitgevoerd, vervalt de garantie en wordt de fabrikant van alle
aansprakelijkheid ontheven. De fabrikant wijst ieder verantwoordelijkheid af wanneer de gebruiker zich niet houdt
aan de volgende richtlijnen. In geval van twijfel of problemen aarzel niet contact op te nemen met uw leverancier.
7. ALARM CODES
ALARM
De tussenkomst van een alarm of de overschrijding van een kritieke waarschuwingsgrens veroorzaakt een visueel
Let op!
De overschrijding van een waarschuwingsgrens veroorzaakt een visueel signaal op het bedieningspaneel maar de
laswerkzaamheden kunnen worden voortgezet.
Hieronder volgt een lijst van alle alarmen en waarschuwingsgrenzen met betrekking tot het systeem.
Overtemperatuur
E01
Storing voedingssysteem van
draadtoevoermotor
E07
Overstroom vermogensmodule (Inverter)
E10
Fout in systeemconfiguratie
E19
Overtemperatuur
E03
Geblokkeerde motor
E08
Communicatiefout
E13
Defect geheugen
E20
295
ONDERHOUD
NL