MMA-programma te selecteren (elektrodelassen) in de Omega 400.
Programmakeuze
Lasprogramma's worden geselecteerd door
het kort indrukken van de knop. Een nummer
wordt getoond. Het nummer geeft een specifiek las-
programma aan.
Een lasprogramma is benoemd op the basis van een
draadsoort, een draaddiameter en een gassoort.
Nadat door het draaien van de besturingsknop het
gewenste programma is gevonden, en de knop kort
wordt ingedrukt is het programma actief.
Resetten naar de fabrieksinstelling:
De fabrieksinstelling voor het geselecteerde laspro-
gramma zal herladen worden door de knop in te
drukken totdat de indicator kort oplicht.
Stroomsterkte / draadsnelheid / materiaal-
dikte / lasprogramma:
Wanneer de machine niet last, wordt de
ingestelde
stroom/draadsnelheid/materiaal-
dikte getoond.
De gemeten stroomsterkte wordt
tijdens het lassen weergegeven.
Materiaaldikte:
De functie helpt het aanpassen van de lasstroom aan
de materiaaldikte (in mm). Wanneer de materiaaldikte
wordt geselecteerd wordt automatische de instelling
van de lasstroom berekend. Hierna kan de lasstroom
verder worden aangepast. Deze functie kan worden
gezien als een startpunt bij de selectie van de juiste
lasstroom en spanning. Een fijnafstelling van deze
parameters is echter bijna bij elke lasklus aan te
raden, om een zo optimaal mogelijk resultaat te
verkrijgen.
Booglengte
Indien nodig, kan de booglengte door
middel van de spanning fijn geregeld
worden. De gemeten spanning wordt tijdens het
lassen getoond.
Druk de
to +9,9.
GEAVANCEERD BESTURINGSPANEEL
Deze besturingsunit biedt de mogelijkheid om een
-knop in en regel van –9,9
Besturingsknop
Deze knop wordt gebruikt voor het afstellen
van de lasstroom, draadsnelheid, mate-
riaaldikte, booglengte en secundaire para-
meters. Max. draadsnelheid is:
15,0 m/min (Omega 180/220/270)
27,0 m/min (Omega 400)
Schakelfunctie
Wanneer de indicator oplicht, is 4-takt ge-
selecteerd en wanneer de indicator uit is, is 2-
takt geselecteerd. De schakelfunctie kan tijdens het
lassen niet worden veranderd.
2-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt
wordt. Om het lassen te stoppen, moet de toorts-
schakelaar losgelaten worden en het terugbranden
start. Het is mogelijk om tijdens de gasnastroom de
machine in te schakelen.
4-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt
wordt. De schakelaar kan losgelaten worden en het
lassen gaat door. Om het lassen te stoppen moet de
toortsschakelaar opnieuw ingedrukt worden waarna
het terugbranden begint.
Hechtlassen
De drukknop maakt het mogelijk te veranderen
van het actuele lasprogramma naar hecht-
lassen. Hotstart en downslope zijn niet mogelijk in de
ingesteld stand hechtlassen De functie heeft zijn eigen
stroomwaarde. De toortsschakelaar is in de stand
hechtlassen altijd in 2-takt.
86