■
Werkhouding: bedien het apparaat niet in een ongemakkelijke stand,
niet bij ontbrekend evenwicht, niet met uitgestrekte armen of met slechts
één hand.
■
Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
■
Gebruik het apparaat niet wanneer toeschouwers of dieren zich in de
onmiddellijke omgeving bevinden. Houd tijdens het maaien een mini-
male afstand van 15 meter tussen de gebruiker en andere personen
of dieren aan. Houd tijdens maaiwerkzaamheden tot op de grond een
minimale afstand van 30 meter tussen de gebruiker en andere perso-
nen of dieren aan.
■
Blijf bij maaiwerkzaamheden op hellend terrein altijd onder het snijge-
reedschap. Maai of trim nooit op een gladde heuvel of helling waar u
kunt uitglijden.
■
Elke modificatie van het product kan de persoonlijke veiligheid in ge-
vaar brengen en resulteert in het vervallen van de fabrieksgarantie.
■
Bij kinderen is supervisie noodzakelijk om ervoor te zorgen dat ze niet
met het product spelen.
■
Gebruik het apparaat nooit als het beschadigd is of gebreken vertoont.
Gebruik en behandeling
■
Gebruik het apparaat uitsluitend voor het beoogde doel, bijv. gras trim-
men, maaiwerkzaamheden, snoeiwerkzaamheden, maaien en trimmen
van heggen en heesters.
■
Gebruik het apparaat niet langdurig achtereen, las regelmatig pauzes in.
■
Zorg ervoor dat bouten en verbindingselementen stevig zijn vastgedra-
aid. Werk nooit met het apparaat wanneer het niet correct is ingesteld
of niet volledig of veilig is gemonteerd.
■
Open de benzinetank langzaam, om eventuele druk die in de ben-
zinetank is opgebouwd, te laten ontsnappen. Start het apparaat op
minstens drie meter afstand van de plaats waar u hebt getankt om
brandgevaar te voorkomen.
■
Houd de draadspoel op de gewenste hoogte. Voorkom dat u kleine
voorwerpen (bijv. stenen) met de draadspoel aanraakt.
■
Houd de draadspoel altijd op de grond wanneer het apparaat in werking is.
■
Gebruik het apparaat uitsluitend wanneer de bijbehorende bescherm-
kap bevestigd en in goede toestand is.
■
Gebruik geen andere snijgereedschappen. Gebruik voor uw eigen
veiligheid uitsluitend accessoires en extra apparatuur die in de gebru-
iksaanwijzing worden beschreven. Het gebruik van andere dan in de
gebruiksaanwijzing aanbevolen snijgereedschappen of accessoires kan
persoonlijk letselgevaar voor u betekenen.
■
Trim en maai altijd in het hoogste toerentalbereik. Laat de motor bij
het begin van het maaien of bij het trimmen niet op een laag toerental
lopen.
■
Zorg ervoor dat het apparaat bij het inschakelen en tijdens het werk
niet met de grond, stenen, draad of andere vreemde voorwerpen in
aanraking komt. Schakel het apparaat uit voordat u het weglegt.
■
Schakel het apparaat uit voordat u het neerlegt.
■
Schakel de motor altijd uit voorafgaand aan werkzaamheden aan het
snijgereedschap.
Veiligheidsvoorschriften voor werken met messen
Voorbereiding
■
Het mes slingert voorwerpen en ook aarde heftig weg. Dit kan verblin-
ding of letsel veroorzaken. Draag oog-, gezichts- en beenbescherming.
Verwijder voorwerpen altijd uit de werkzone voordat u het mes gebru-
ikt.
■
Het mes draait nog door nadat u de gashendel loslaat. Het nog draai-
ende mes kan snijwonden bij u of omstanders veroorzaken. Schakel de
motor uit en vergewis u ervan dat het mes tot stilstand is gekomen voor-
dat u werkzaamheden van welke aard dan ook uitvoert aan het mes.
PBK 4 A1
Veiligheid van personen
■
Voor omstanders bestaat er gevaar voor verblinding of letsel. Houd in
alle richtingen een minimale afstand van 15 meter tussen uzelf en an-
dere personen of dieren aan.
Gebruik en behandeling
■
Gebruik het apparaat niet wanneer niet alle onderdelen van het mes
correct zijn gemonteerd.
■
Het mes kan met een ruk door voorwerpen worden weggeslingerd. Dit
kan letsel aan armen en benen tot gevolg hebben. Stop onmiddellijk
de motor en wacht tot het mes tot stilstand is gekomen als het apparaat
met oneigenlijke voorwerpen in aanraking komt. Controleer het mes op
schade. Vervang het mes altijd wanneer het verbogen of gescheurd is.
Veiligheidsvoorzieningen
Bij werkzaamheden met het apparaat moet de bijbehorende kunststofbe-
schermkap voor gebruik met het mes resp. de draadspoel zijn gemonteerd,
om het wegslingeren van voorwerpen te voorkomen.
WAARSCHUWING!
■
Maai nooit terwijl andere personen, met name kinderen of dieren, in
de buurt zijn.
■
Houd een veilige afstand van 15 m aan. Schakel het apparaat bij
nadering van mens of dier onmiddellijk uit.
LET OP! VERGIFTIGINGSGEVAAR!
■
Uitlaatgassen, brandstoffen en smeermiddelen zijn giftig. Uitlaatgas-
sen mogen niet worden ingeademd.
WAARSCHUWING!
■
Benzine is uiterst ontvlambaar. Bewaar benzine uitsluitend in de
daarvoor bestemde jerrycans/vaten.
■
Tank alleen in de openlucht en rook niet.
■
Bij draaiende motor of als het apparaat heet is, mag de tankdop niet
worden geopend en mag er geen benzine worden bijgevuld.
■
Als er benzine gemorst is, mag geen poging worden gedaan om
de motor te starten. In plaats daarvan moet het apparaat uit de met
benzine vervuilde zone worden verwijderd. Elke ontstekingspoging
moet worden vermeden tot de benzinedampen zijn vervluchtigd.
■
Om veiligheidsredenen moeten de benzinetank en de tankdop bij
beschadiging worden vervangen.
Beperk de geluidsontwikkeling en trillingen tot een minimum!
■
Gebruik uitsluitend apparaten die in onberispelijke toestand zijn.
■
Onderhoud en reinig het apparaat regelmatig.
■
Pas uw werkwijze aan het apparaat aan.
■
Voorkom overbelasting van het apparaat.
■
Laat het apparaat eventueel nakijken.
■
Schakel het apparaat uit wanneer het niet wordt gebruikt.
■
Draag veiligheidshandschoenen.
NL│BE │ 63
■