Gebruik en behandeling
■
Schakel het apparaat nooit in voordat u zwaard, ketting en kamwiel-
huis deugdelijk hebt gemonteerd.
■
Zaag geen hout dat op de grond ligt en probeer niet om uit de grond
stekende wortels te zagen. Voorkom in ieder geval dat de zaagketting
zich in de grond ingraaft, omdat hij daardoor meteen stomp wordt.
■
Mocht u per ongeluk een vast voorwerp met het apparaat aanraken,
schakel de motor dan meteen uit en inspecteer het apparaat op even-
tuele schade.
■
Las na 30 minuten werken een pauze in van minstens een uur.
■
Schakel de motor uit, trek de bougiestekker van de bougie en vergewis
u ervan dat alle roterende delen tot stilstand zijn gekomen wanneer de
hoogsnoeier vanwege onderhoud, inspectie of opslag wordt stilgezet.
Laat de machine afkoelen voordat u deze controleert, instelt, enz.
■
Onderhoud het apparaat zorgvuldig. Controleer of bewegende on-
derdelen naar behoren werken en niet klemmen, en of onderdelen
gebroken of zodanig beschadigd zijn, dat hierdoor de werking van
het apparaat wordt beïnvloed. Laat beschadigde onderdelen vóór de
ingebruikname van het apparaat repareren. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden apparaten.
■
Houd zagen scherp en schoon. Met zorg onderhouden zagen met scher-
pe zaagvlakken lopen minder vaak vast en zijn gemakkelijker te sturen.
■
Laat het apparaat onderhouden door daartoe gekwalificeerd perso-
neel. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen originele
onderdelen.
Voorzorgsmaatregelen tegen terugslag
LET OP TERUGSLAG!
►
Wees bij gebruik van het apparaat beducht op terugslag. Er bestaat
letselgevaar. U voorkomt terugslag door voorzichtig te werk te gaan
en op de juiste manier te zagen.
■
Als u iets met de punt van het zwaard raakt, kan dat in veel gevallen
een onverwachte reactie in achterwaartse richting veroorzaken, waar-
bij het zwaard omhoog en in de richting van degene die het apparaat
bedient, wordt geslagen (zie afb. A).
Bild 1
Afb. A
■
Een terugslag kan optreden als de punt van het zwaard een voorwerp
raakt, of als het hout meebuigt en de zaagketting in de zaagsnede
vastklemt (zie afb. B).
Afb. B
■
Als de zaagketting aan de bovenkant van het zwaard beklemd raakt,
kan het zwaard heftig terugslaan in de richting van degene die het
apparaat bedient.
■
62 │ NL│BE
■
Beide reacties kunnen tot gevolg hebben dat u de controle over de
zaag verliest en uzelf zwaar verwondt. Vertrouw niet uitsluitend op de
in de kettingzaag ingebouwde veiligheidsvoorzieningen. Neem als
gebruiker van een kettingzaag de nodige maatregelen om zonder on-
gelukken te werken. Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik.
Dit is te voorkomen door passende voorzorgsmaatregelen te nemen,
zoals hieronder beschreven:
■
Houd de zaag met beide handen vast, waarbij de duimen en de
vingers de handgrepen van de kettingzaag omsluiten. Breng uw
lichaam en uw armen in een dusdanige stand dat u terugslagkrach-
ten kunt opvangen.Als u de juiste voorzorgsmaatregelen neemt, zijn
terugslagkrachten beheersbaar. Laat de kettingzaag nooit los.
■
Vermijd een abnormale lichaamshouding en zaag niet boven schou-
derhoogte. Op die manier voorkomt u dat de punt van het zwaard iets
raakt en bent u beter in staat in onverwachte situaties de controle te
behouden over de kettingzaag.
■
Gebruik altijd de door de fabrikant voorgeschreven vervangingsz-
waarden en zaagkettingen. Onjuiste vervangingszwaarden en za-
agkettingen kunnen de ketting doen breken en/of terugslagkrachten
veroorzaken.
■
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant voor het slijpen en
onderhouden van de zaagketting. Een te geringe diepte-instelling
verhoogt de kans op terugslag.
■
Zaag niet met de punt van het zwaard. Er is gevaar voor terugslag.
■
Zorg ervoor dat de grond waarop u staat vrij is van voorwerpen
waarover u kunt struikelen.
Veiligheidsvoorschriften voor werken met
draadspoelen
Voorbereiding
■
Draag nauwsluitende werkkleding die bescherming biedt, zoals een
lange broek, veilige werkschoenen, sterke veiligheidshandschoenen,
een veiligheidshelm, een beschermingsmasker voor het gezicht of een
veiligheidsbril ter bescherming van de ogen en goede oorwatten of
andere gehoorbescherming tegen het lawaai.
■
Gebruik altijd het meegeleverde harnas.
■
Zorg ervoor dat de handgrepen droog en schoon zijn en dat er geen
benzinemengsel op komt.
■
Controleer voorafgaand aan het maaien het terrein op voorwerpen,
zoals stukken metaal, flessen, stenen e.d. die kunnen worden wegges-
lingerd en daardoor letsel bij de gebruiker kunnen veroorzaken.
■
Zorg ervoor dat de draadspoel met geen enkel obstakel in aanraking
komt als u de motor start.
■
Gebruik het apparaat pas wanneer u zich ermee vertrouwd voelt.
Elektrische veiligheid
■
Gebruik het apparaat nooit in de buurt van licht ontvlambare vloeistof-
fen of gassen, noch in gesloten ruimtes, noch in de openlucht. Dit kan
explosies en/of brand tot gevolg hebben.
■
Werk niet met een beschadigd, onvolledig of zonder toestemming van
de fabrikant gemodificeerd apparaat. Gebruik het apparaat nooit als
de veiligheidsvoorzieningen defect zijn. Gebruik het apparaat niet
bij een defecte aan-/uitknop. Controleer het apparaat op duidelijke
schade of defecten als u het hebt laten vallen.
Veiligheid van personen
■
Alleen afdoende geschoolde personen en volwassenen mogen het
apparaat bedienen, instellen en onderhouden.
■
Oefen hoe u het apparaat moet hanteren bij uitgeschakelde motor als
u niet vertrouwd bent met het apparaat.
■
Raak de uitlaat niet aan.
■
Gebruik het apparaat niet als u onder invloed van alcohol, drugs of
medicijnen bent.
■
Houd het apparaat altijd met beide handen vast. Daarbij moeten de
duimen en vingers de handgrepen omsluiten.
PBK 4 A1