z Specifieke veiligheidsaanwijzingen
Een licht verhoogde temperatuur bij het laden
wijst niet op een defect, maar is volledig nor-
maal.
Houd de motorvoertuig-acculader
urt van vocht, hoge temperaturen en vuur.
Bewaar de motorvoertuig-acculader
droge plaats en bescherm deze tegen vocht
en corrosie.
Laat de motorvoertuig-acculader
gebruik niet vallen.
z Voor de ingebruikname
Neem alle onderdelen uit de verpakking en controleer of het appa-
raat of de reserveonderdelen beschadigd zijn. Als dit zo is, mag u
het apparaat niet gebruiken. Neem contact op met de fabrikant via
het vermelde serviceadres. Verwijder alle beschermende folies en
overige transportverpakkingen. Controleer of de levering compleet is.
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u werkzaamhe-
den aan de auto-accuoplader
Neem de gebruiksaanwijzing van de accu in acht, voordat u de
oplader aansluit.
Neem verder de voorschriften van de voertuigfabrikant bij een accu
die voortdurend in het voertuig is aangesloten. Beveilig de auto,
schakel de ontsteking uit.
Reinig de accupolen. Let erop dat uw ogen daarbij niet in contact
komen met het vuil.
Zorg voor voldoende ventilatie.
AANWIJZING: De omgevingstemperatuur wordt in de lader gemeten.
Voor een optimale werking dient u ervoor te zorgen dat de accu dezelfde
temperatuur als de omgeving heeft.
z Inbedrijfstelling
z Aansluiten
AANWIJZING:
Neem altijd de voorschriften in acht van de voertuig- of de accufabrikant.
Haal voor het oplaad- en druppellaadproces, bij een permanent in
het voertuig aangesloten accu, eerst de minpool-aansluitkabel (zwart)
van het voertuig af van de minpool van de accu. De minpool van
de accu is normaal gesproken verbonden met de carrosserie van het
voertuig.
Haal vervolgens de pluspool-aansluitkabel (rood) van het voertuig
van de pluspool van de accu.
Sluit dan pas de „+" pool snelcontact-accuklem (rood)
uitvoert.
1
NL/BE
uit de bu-
1
op een
1
tijdens het
1
van de
13
69