z Veiligheidsaanwijzingen
LEES DE HANDLEIDING AANDACH-
TIG VOOR HET GEBRUIK. ZE IS EEN
ONDERDEEL VAN HET TOESTEL EN
MOET OP ELK MOMENT BESCHIKBAAR
ZIJN! BUITEN HET BEREIK VAN KINDE-
REN HOUDEN!
De lader is alleen geschikt voor gebruik bin-
nenshuis!
GEVAAR!
Vermijd levensgevaar en gevaar voor licha-
melijk letsel door ondeskundig gebruik!
VOORZICHTIG!
Gebruik het apparaat niet met een beschadig-
de kabel, stroomkabel of stroomstekker. Be-
schadigde stroomkabels zijn levensgevaarlijk
door elektrische schok.
Laat de stroomkabel in geval van beschadi-
ging alleen door een geautoriseerde en opge-
leide vakman repareren! Neem in geval van
reparatie contact op met het servicepunt in uw
land!
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK!
Controleer bij een vast in het voertuig gemon-
teerde accu, of het voertuig buiten gebruik is!
Schakel de ontsteking uit en parkeer het vo-
ertuig, met een aangetrokken handrem (bijv.
auto) of een vastgemaakt touw (bijv. boot)!
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK!
Verbreek de verbinding van de auto-
accuoplader met het stroomnet, voordat u de
aansluitklemmen van de accu verwijdert.
Sluit de aansluitklem die niet is aangesloten
op de carrosserie, als eerste aan.
Sluit de andere accuklem uit de buurt van de
accu en de benzineleiding op de carrosserie
aan.
Sluit de motorvoertuig-acculader pas daarna
op het stroomnet aan.
NL/BE
63