Reflex Servitec 35 Mode D'emploi Original page 95

9.1.3 Stopmodus
In de stopmodus is het apparaat buiten werking gesteld (behalve de
weergavefunctie). Er vindt geen functionele bewaking plaats.
De volgende functies zijn niet in werking:
•
De pomp is uitgeschakeld.
•
De 2-weg-motorkogelklep in de ontgassingsleiding tussen Servitec en
systeem (PV) is gesloten.
•
De 2-weg-motorkogelklep in de bijvulleiding (WV) is gesloten.
•
De 2-weg-motorkogelklep in de ontgassingsleiding tussen systeem en
Servitec (CD) is geopend.
Voer de volgende stap uit om de stopmodus te starten:
•
Druk op de knop "Stop".

Opmerking!
Als de stopmodus voor meer dan 4 uur is geactiveerd, wordt een
melding gegenereerd.
– Als in het gebruikersmenu het item "Potentiaalvrij
storingscontact?" op "Ja" gezet is, wordt de melding via het
verzamelstoringscontact uitgegeven.
9.1.4 Zomerbediening
Als de circulatiepompen van het installatiesysteem in de zomer buiten bedrijf zijn
gesteld, wordt het water uit het installatiesysteem niet ontgast.
Ga als volgt te werk:
•
Selecteer het ontgassingsprogramma "Bijvulontgassing" in het
gebruikersmenu.
•
Na de zomer kiest u het ontgassingsprogramma "Intervalontgassing" in het
gebruikersmenu of, indien nodig,"Permanente Ontgassing".

Opmerking!
Gedetailleerde beschrijving van de selectie van
ontgassingsprogramma's,  10.1.5 "Ontgassingsprogramma's
instellen",  97.
9.2 Heringebruikname
VOORZICHTIG
Kans op letsel door startende pomp
Bij het starten van de pomp kunnen zich verwondingen aan de hand
voordoen wanneer u de pompmotor met een schroevendraaier op het
ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
OPGELET
Beschadiging van het apparaat door startende pomp
Bij het starten van de pomp kan deze worden beschadigd wanneer u de
pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
Vacuüm – sproei-ontgassing — 01.04.2022-Rev. D
Na een langere stilstandperiode van het apparaat (apparaat losgekoppeld van
de voeding of in de stopmodus) kan het gebeuren dat de pompen vastzitten.
Draai daarom vóór de ingebruikname van de pomp met een schroevendraaier op
het ventilatorwiel van de pompmotor.

Opmerking!
In de automatische bedrijfsmodus van het apparaat kan een vastzitten
van de pomp worden voorkomen m.b.v. een geforceerde opstart (na
24 uur).
10 Besturingseenheid
10.1 Instellingen in de besturing tot stand brengen
De instellingen in de besturing kunnen worden tot stand gebracht onafhankelijk
van de geselecteerde en actieve bedrijfsmodus.
10.1.1 Gebruikersmenu
10.1.1.1 Overzicht gebruikersmenu
De installatiespecifieke waarden kunnen worden gecorrigeerd of opgevraagd via
het gebruikersmenu. Tijdens de eerste inbedrijfstelling moeten eerst de
fabrieksinstellingen worden aangepast aan de specifieke voorwaarden van de
installatie.

Opmerking!
De beschrijving van de bediening,  8.1 "Bediening van het
bedieningspaneel",  90.
Er is een PM-code van drie cijfers toegewezen aan de afzonderlijke
instelopties
PM- Beschrijving
code
001 Taal kiezen
002 Tijd instellen
003 Datum instellen
004 Installatietype selecteren
•
Levelcontrol
•
Magcontrol
" instellen,  7.2 "Instelling van de minimale
005 Min. werkdruk "P
0
werkdruk voor Magcontrol",  90.
006 Aanspreekdruk van de veiligheidsklep op de installatie instellen.
–
De aanspreekdruk dient ter beveiliging van het apparaat.
Ontgassing >
•
012 Ontgassingsprogramma
•
Permanente ontgassing
•
Intervalontgassing
•
Naloopontgassing
•
013 Duur permanente ontgassing
Bijvulling >
• Maximale bijvultijd ...min.
023
• Maximale bijvulcycli... /2 uur.
024
–
Aantal bijvulcycli gedurende 2 uur.
•
024 Bijvuldruk
–
Standaard = bijvuldruk ˃ 2,3 bar.
– Instelbereik 1,3 – 2,3 bar.
–
< 1,3 bar.
•
027 Met contactwatermeter "Ja/Nee".
–
indien "Ja": doorgaan met 028.
–
indien "Nee": doorgaan met 007.
•
028 Bijvulhoeveelheid resetten "Ja/Nee".
–
indien "Ja", reset op waarde "0".
•
029 Maximale bijvulhoeveelheid ... l
• Waterconditionering "Ontharding / Ontzilting / Geen".
030
–
indien "Ontharding": doorgaan met 031.
– indien "Ontzilting": doorgaan met de volgende stap
–
indien "Geen": doorgaan met 007.
Met Geleidbaarheidsbewaking "Ja/Nee"
•
031 Bijvulling blokkeren "Ja/Nee" (als watercapaciteit uitgeput is).
Besturingseenheid
Nederlands — 95