NL
SOORT STORING
Poreuze of sponsachtige lassen.
Toevoer van gas kan niet
stopgezet worden.
Drukken op de kraan van de gas-
brander heeft geen enkel effect.
ALGEMEEN ONDERHOUD
MOGELIJKE OORZAKEN
Defecte drukregelaar.
Lage kwaliteit van gas of draad.
Versleten of vervuild solenoide ventiel.
Defecte gasbranderkraan, niet aangesloten of
beschadigde bedieningskabels.
Doorgebrande zekering.
Defecte hoofdschakelaar.
Defecte elektronische schakeling.
CONTROLE EN HERSTEL
Controleer de werking door het verwijderen van het slangetje die de
drukregelaar en de energiebron met elkaar verbindt.
Het gas moet uitzonderlijk uitgedroogd zijn, vervang de gasfles of ge-
bruik een ander soort draad.
Haal het solenoide ventiel uit elkaar; maak de opening en het afdicht-
ingsringetje schoon.
Demonteer de stekker van de branderaansluiting en sluit de polen ko-
rt; indien het apparaat nu juist werkt, controleer dan de kabel en de
gasbranderkraan.
Vervang deze door een nieuwe van dezelfde klasse.
Maak hem schoon met perslucht. Overtuig Uzelf ervan, of de draden
goed vastzitten, indien nodig de schakelaar vervangen.
Vervang de schakeling.
6 NL