7 ALGEMENE INFORMATIE OVER LASSEN
7.1 Handleiding lassen met beklede elektroden
(MMA)
Voorbereiden van de lasnaden
Om goed lasresultaat te behalen adviseren wij u altijd te wer-
ken met schone materialen, zonder oxidatie, roest of andere
verontreinigingen.
Keuze van de elektrode
De diameter van de elektrode die u moet gebruiken hangt af
van de dikte van het materiaal, van de positie, het type van de
lasnaad en het type voorbereiding van het werkstuk.
Elektrode met een grote diameter hebben van zelf sprekend
zeer hoge lasstroom nodig met als gevolg grote warmtetoevoer
tijdens het lasproces.
Type bekleding
Eigenschappen
Rutiel
eenvoudig in gebruik
Acid
Vlugge smelting
Basisch
Mechanische
eigenschappen
Keuze van de lasstroom
Het bereik van de lasstroom van een bepaalde elektrode staat
vermeld op de verpakking.
Starten en aanhouden van de boog
De lasboog wordt gestart door met punt van de elektrode het
werkstuk, dat met een aardekabel aangesloten is, aan te tikken.
Als de boog eenmaal is gestart trekt u de elektrode snel terug tot
de normale las afstand.
Meestal wordt om de boog sneller te laten aanslaan een stroom-
stoot (Hot Start) gegeven die de punt van de elektrode snel zal
verwarmen.
Wanneer de boog eenmaal gevormd is begint het middelste
deel van de elektrode te smelten waardoor kleine druppels
ontstaan die het lasbad vormen op het werkstuk.
Het buitenste van de elektrode, de bekleding, wordt ontbonden
en het gas dat daarbij vrijkomt dient als bescherming voor de
las waardoor de goede kwaliteit van de las wordt gewaarborgd.
Om te voorkomen dat op het gesmolten materiaal de lasvlam
dooft door kortsluiting en de elektrode aan het lasbad plakt,
wordt de lasstroom tijdelijk verhoogd (Arc Force).
Wanneer de elektrode aan het werkstuk plakt kunt u het beste
de kortsluitstroom tot minimale sterkte beperken(antisticking).
Het lassen
De laspositie varieert afhankelijk van het aantal doorgangen;
gewoonlijk wordt de lasnaad gevormd door de elektrode heen
en weer te bewegen op zo'n manier dat er geen ophoping van
materiaal in het midden ontstaat.
Verwijderen van de slakken
Bij het lassen met beklede elektroden moeten na iedere lasdoor-
gang de slakken worden verwijderd.
U kunt de slak verwijderen met een kleine hamer of indien
brokkelig met een borstel.
164
7.2 Lassen met constante draadtoevoer (MIG/MAG)
Inleiding
Een MIG systeem bestaat uit een gelijkstroom stroombron, een
toevoereenheid, een draadspoel een toorts en gas.
De stroom wordt op de boog overgebracht door middel van een
Gebruik
afsmeltende elektrode (draad met positieve polariteit); in deze
in alle posities
procedure wordt het gesmolten metaal door een boog overge-
vlak
bracht op het te lassen werkstuk.
in alle posities
De draadtoevoer is nodig om de gesmolten toevoegdraad tij-
dens het lassen aan te vullen.
Werkmethoden
Bij het Mig lassen onder beschermend gas zijn twee over-
drachtssystemen nodig die gerangschikt kunnen worden naar
de manier waarop metaal wordt overgebracht van de elek-
trode naar het werkstuk. De eerste is methode is "KORTSLUIT
BOOGLASSEN" (Short-Arc) ,en hierbij komt de elektriciteit
direct in aanraking met het lasbad, waardoor een kortsluiting
veroorzaakt wordt waarbij de draad als zekering optreedt en de
boog onderbroken wordt. Vervolgens gaat de boog weer bran-
denen wordt de cyclus herhaald. (fig. 1a)
Een andere methode voor de overdracht van de druppels vindt
plaats bij het zogenaamde "SPROEI BOOGLASSEN" (Spray-
Arc). Hierbij komen de druppels van de elektrode los en komen
pas later in het smeltbad terecht. (fig. 1b)
Handbediende lasinstallatie
Fig. 1a
Fig. 1b
SHORT cyclus (a) en SPRAY ARC lassen (b)