1 WAARSCHUWING
Voor het gebruik van de machine dient u zich ervan
te overtuigen dat u de handleiding goed heeft gele-
zen en begrepen.
Breng geen veranderingen aan en voer geen onder-
houdswerkzaamheden uit die niet in deze handlei-
ding vermeld staan.
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor
lichamelijke schade of schade aan eigendommen die zijn ver-
oorzaakt door verkeerd gebruik van de machine of het onjuist
interpreteren van de handleiding.
In geval van twijfel of problemen bij het gebruik,
zelfs als het niet staat vermeldt, raadpleeg uw leve-
rancier.
1.1 Gebruiksomgeving
• Iedere machine mag alleen worden gebruikt voor de werk-
zaamheden waarvoor hij is ontworpen, op de manier zoals is
voorschreven op de gegevensplaat en/of deze handleiding, in
overeenstemming met de nationale en internationale veilig-
heidsvoorschriften. Oneigenlijk gebruik zal worden gezien als
absoluut ongepast en gevaarlijk en in een dergelijk geval zal
de fabrikant iedere verantwoordelijkheid afwijzen.
• De machine dient uitsluitend professioneel gebruikt te wor-
den in een industriële omgeving.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt
door het gebruik van de machine in een huiselijke omgeving.
• De omgevingstemperatuur voor gebruik van de machine
moet liggen tussen -10° C en +40° C (Tussen +14°F en
+104°F).
Voor transport en opslag moet de temperatuur liggen tussen
-25°C en +55°C (tussen -13°F en +131°F).
• De machine moet worden gebruikt in een stofvrije omgeving
zonder zuren, gas of andere corrosieve stoffen.
• De vochtigheidsgraad van de werkomgeving van de machine
mag niet hoger zijn dan 50% bij 40°C (104°F).
• De machine kan worden gebruikt tot op een hoogte van 2000
meter boven de zeespiegel (6500 voet).
Gebruik de machine niet om pijpen te ontdooien.
Gebruik de machine niet om batterijen en/of accu's
op te laden.
Gebruik de machine niet om motoren mee te
starten.
1.2 Bescherming voor de lasser en anderen
Bij het lasproces ontstaan schadelijke stoffen zoals
straling, lawaai, hitte en gasuitstoot.
Draag beschermende kleding om uw huid te
beschermen tegen straling vonken en gloeiende
metaalsplinters. De kleding moet het gehele lichaam
bedekkenen:
- heel en van goede kwaliteit zijn
- vuurvast
- isolerend en droog
- goed passend en zonder manchetten en omslagen
Draag altijd goed, stevig waterdicht schoeisel.
Draag altijd goede hitte- en stroombestendige
handschoenen.
Plaats een vuurvast scherm ter bescherming tegen
straling, vonken en gloeiend afval.
Adviseer iedereen in de nabijheid niet rechtstreeks
in de lasboog of het gloeiende metaal te kijken en
om een laskap te gebruiken.
Draag een laskap met zijflappen en met een
geschikte lasruit (minimale sterkte nr. 10 of hoger)
voor de ogen.
Draag altijd een veiligheids bril met zijbescherming
vooral tijdens het handmatig of mechanisch verwij-
deren van las afval.
Draag geen contactlenzen.
Gebruik gehoorbescherming als tijdens het lassen
het geluidsniveau te hoog wordt.
Als het geluidsniveau de wettelijk vastgestelde
waarde overschrijdt moet de werkplek worden
afgeschermd en moet iedereen die in de nabijheid
komt gehoorbescherming dragen.
Zorg ervoor dat uw handen, haar, kleding, gereed-
schap niet in aanraking kunnen komen met bewe-
gende onderdelen zoals:
- ventilatoren
- Tandwielen
- rollen en assen
- draadspoelen
• Raak tandwielen niet aan wanneer de draadtoevoer ingescha-
keld is.
• De installatie mag op geen enkele manier worden gewijzigd.
Het buitenwerking stellen van het beveiligingsmechanisme
op de draadaanvoer unit is buitengewoon gevaarlijk en ont-
heft de fabrikant van alle verantwoordelijkheid voor letsel en
schade aan personen en hun eigendommen.
• Laat de zijpanelen tijdens het lassen altijd gesloten.
Houdt tijdens het tijdens het laden en toevoeren
van de draad uw hoofd weg van de MIG/MAG
toorts. De uitgaande draad kan ernstig letsel veroor-
zaken aan handen, gezicht en ogen.
Raak zojuist gelaste voorwerpen niet aan, de grote
hitte kan brandwonden veroorzaken.
• Volg alle veiligheids voorschriften op, ook tijdens bewerkin-
gen na het lassen. Er kunnen tijdens het afkoelen van het
werkstuk nog slakken loslaten.
• Controleer vooraf of de toorts koud is voor u begint met las-
sen of met onderhoud begint.
147