13. Modelhelikopter in gebruik nemen
a) Controleren en instellen van de tuimelschijfsturing
Let op!
Koppel de vliegaccu altijd los van het model, voor u onderhouds- of afregelwerkzaamheden aan het
model doorvoert.
Als de tuimelschijf (zie afb. 19, pos. 1) na het inschakelen
van de helikopter niet absoluut horizontaal staat of als het
bij een zweefvlucht noodzakelijk is, de nick- en de roll-
trimmung zeer ver te verstellen, dan kan de
tuimelschijfbesturing mechanisch worden fijnafgeregeld.
Stel eerst de zender en vervolgens het model in werking.
Van zodra het binding-proces afgesloten is, lopen de bei-
de servo's (2) in hun middelste stand (neutrale stand).
In deze positie moeten de servohefbomen (3) horizontaal
uitgelijnd zijn. De trimhefbomen voor de nick- en de roll-
functie op de zender moeten daarbij in de middelste stand
staan.
Desgewenst verwijdert u de houdschroef (4) van de
servohefboom, trekt u de hevel van de draaias af en
monteert u hem "een tandje verder" op de juiste positie.
Als de tuimelschijf ondanks horizontale servohefboom nog
steeds licht scheef staat, dan kunt u de kogelpan (5) van
de stuurstang los maken van de tuimelschijf, en door
verdraaien de vereiste lengte van de stang instellen.
Het uit- en inhangen van de kogelkom lukt het best met behulp van een klein pincet.
128
Afb. 22