MP3-/WMA-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart.
Discs opgenomen met een ingewikkelde
structuur.
Discs die in Multi Session (meerdere sessies)
zijn opgenomen.
Discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Het geluid verspringt.
CD defect of vuil.
USB afspelen
U kunt items niet via een USB-hub afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een
USB-hub herkennen.
Het duurt langer voordat een USB-apparaat
wordt afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde boomstructuur.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid van meer dan 320 Kbps.
De geopende toepassing en de toepassing in
App Remote zijn niet gelijk.
Start de toepassing opnieuw via de toepassing
"App Remote".
NFC-functie
One touch-verbinding (NFC) is niet mogelijk.
Als de smartphone niet reageert op aanraking.
Controleer of de NFC-functie van de
smartphone ingeschakeld is.
Breng het N-merkteken-gedeelte van de
smartphone dichter bij het N-merkteken-
gedeelte van dit toestel.
Als de smartphone in een etui zit, haalt u hem
eruit.
De NFC-ontvangstgevoeligheid is afhankelijk van
het apparaat.
Als One touch-verbinding met de smartphone
verschillende keren mislukt, brengt u de
BLUETOOTH-verbinding handmatig tot stand.
BLUETOOTH-functie
Het toestel dat de verbinding tot stand wil
brengen, kan dit apparaat niet detecteren.
Zet dit apparaat in de stand-bystand voor
koppeling, voordat de koppeling tot stand wordt
gebracht.
Zolang er een BLUETOOTH-verbinding bestaat,
kan dit apparaat niet worden gedetecteerd vanaf
een ander toestel.
Verbreek de actuele verbinding en zoek dit
apparaat vanaf een ander toestel.
Wanneer de koppeling tussen de apparaten tot
stand is gebracht, activeert u het uitsturen van
het BLUETOOTH-signaal (pagina 8).
Er is geen verbinding mogelijk.
De verbinding wordt via één zijde aangestuurd
(dit apparaat of het BLUETOOTH-toestel), niet via
beide zijden.
Maak vanaf een BLUETOOTH-toestel
verbinding met dit apparaat of vice versa.
De naam van het gedetecteerde apparaat wordt
niet weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere
apparaat zal het misschien niet mogelijk zijn de
naam op te vragen.
Geen beltoon.
Regel het volume door de regelknop te
verdraaien terwijl u een gesprek ontvangt.
Afhankelijk van het apparaat dat de verbinding
tot stand brengt, wordt de beltoon misschien niet
goed verzonden.
Stel [RINGTONE] in op [1] (pagina 21).
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
De beltoon is alleen hoorbaar via de
voorluidsprekers.
De stem van de spreker is niet hoorbaar.
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
Het stemgeluid worden alleen uitgevoerd via
de voorluidsprekers.
Een gesprekspartner zegt dat het volume te laag
of te hoog is.
Pas het volume overeenkomstig met de
aanpassing van de microfoonversterking aan
(pagina 15).
Er klinkt een echo of ruis in de
telefoongesprekken.
Breng het volume omlaag.
Stel de stand EC/NC in op [EC/NC-1] of [EC/NC-2]
(pagina 16).
Als de overige omgevingsgeluiden luid zijn,
probeert u dit lawaai te verminderen.
Bijv.: Als er verkeerslawaai, enz. door een raam
klinkt, sluit dan het raam. Als een airco veel
lawaai maakt, zet deze dan in een lagere stand.
De telefoon is niet aangesloten.
Wanneer BLUETOOTH-audio wordt afgespeeld, is
de telefoon niet aangesloten, ook niet als u op
CALL drukt.
Maak verbinding vanaf de telefoon.
27
NL