FADER
Het relatieve niveau aanpassen: [FRONT-15] –
[CENTER] – [REAR-15].
DSEE (digital sound enhancement engine)
Verbetert digitaal gecomprimeerd geluid door
hoge frequenties die verloren zijn gegaan in het
compressieproces te herstellen.
Deze instelling kan voor iedere bron (behalve de
tuner) in het geheugen worden opgeslagen.
Selecteert de DSEE-stand: [ON], [OFF].
LOUDNESS
Hoge en lage tonen versterken voor helder
geluid bij lagere volumeniveaus: [ON], [OFF].
AAV (geavanceerd automatisch volume)
Het volumeniveau van alle weergavebronnen
aanpassen naar het optimale niveau: [ON],
[OFF].
RB ENH (versterking lage tonen achter)
Versterking lage tonen achter laat het basgeluid
toenemen door de instelling van een
laagdoorlaatfilter op de achterluidsprekers toe
te passen. Door middel van deze functie kunnen
de achterluidsprekers werken als subwoofer als
er geen subwoofer is aangesloten. (Alleen
beschikbaar wanneer [SW DIREC] is ingesteld op
[OFF].)
RBE MODE (stand versterking lage tonen achter)
De stand voor versterking van de lage tonen
achteraan selecteren: [1], [2], [3], [OFF].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
SW DIREC (rechtstreekse subwooferverbinding)
U kunt een subwoofer zonder versterker
gebruiken door deze aan te sluiten op de
achterluidsprekerkabel. (Alleen beschikbaar
wanneer [RBE MODE] is ingesteld op [OFF].)
Sluit hiervoor een subwoofer van 4 - 8 ohm aan
op een van de achterluidsprekerkabels. Sluit in
dat geval geen luidspreker aan op de andere
achterluidsprekerkabel.
SW MODE (subwooferstand)
De subwooferstand selecteren: [1], [2], [3], [OFF].
SW PHASE (fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: [NORM],
[REV].
SW POS* (subwooferpositie)
De subwooferpositie selecteren: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
20
NL
LPF SLOP (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
S.WOOFER (subwoofer)
SW LEVEL (subwooferniveau)
Het subwoofervolume aanpassen:
[+10 dB] - [0 dB] - [-10 dB].
([ATT] wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SW PHASE (fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: [NORM],
[REV].
SW POS* (subwooferpositie)
De subwooferpositie selecteren: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
HPF (hoogdoorlaatfilter)
HPF FREQ (frequentie hoogdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de voor-/
achterluidspreker selecteren: [OFF], [50Hz],
[60Hz], [80Hz], [100Hz], [120Hz].
HPF SLOP (steilheid hoogdoorlaatfilter)
De HPF-steilheid selecteren (werkt alleen als
[HPF FREQ] niet op [OFF] ingesteld is): [1], [2], [3].
AUX VOL (AUX-volumeniveau)
Past het volumeniveau aan voor elk aangesloten
randapparaat: [+18 dB] – [0 dB] – [-8 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
BTA VOL (volumeniveau BLUETOOTH-audio)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
BLUETOOTH-toestel aanpassen: [+6 dB] –
[0 dB] – [-6 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
* Wordt niet weergegeven wanneer [SET F/R POS]
ingesteld is op [OFF].
DISPLAY-instellingen
DEMO (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: [ON], [OFF].
DIMMER
De helderheid van het display wijzigen.
AT (automatisch)
Het display automatisch dimmen wanneer u de
lichten aanzet. (Alleen beschikbaar wanneer de
bedieningskabel voor de verlichting is
aangesloten.)
ON
Dimt het display.