Télécharger Imprimer la page

SOLIS VERTIVAC Mode D'emploi page 96

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

WA AR O M B LI J V E N VA C U ÜM VE RPAK T E
LE VENS M ID D E LE N LAN G ER GOE D?
1. Chemische reacties van levensmiddelen met lucht en vocht, zoals enzymreacties,
de opbouw van micro-organismen of verontreiniging door insecten kunnen
levensmiddelen bederven.
2. De voornaamste reden waarom levensmiddelen voedingsstoffen, structuur en
smaak verliezen, is de zuurstof in de lucht. De opbouw van micro-organismen
ontstaan meestal doordat de lucht enerzijds vocht uit de levensmiddelen ont-
trekt en anderzijds omgevingsvocht toevoegt als ze niet luchtdicht zijn verpakt.
Bevroren levensmiddelen krijgen in de lucht van het vriesvak vaak vriesbrand.
3. Het vacuümsysteem onttrekt de lucht uit de verpakking. Omdat lucht voor
NL
ongeveer 21 % uit zuurstof bestaat, betekent dit dat er praktisch geen zuurstof
in de vacuüm verpakte zak of voorraadbus blijft. Bij een zuurstofgehalte van
5 % of minder kunnen de meeste microbacteriën zich niet meer vermeerderen.
4. In het algemeen kan men micro-organismen in drie categorieën indelen: schim-
mel, gistzwammen en bacteriën; ze zijn overal aanwezig, maar kunnen alleen
onder bepaalde omstandigheden schade veroorzaken.
5. In een omgeving met weinig zuurstof of zonder vocht kan schimmel niet
ontstaan.
6. In vocht, suiker en warme temperaturen kunnen gistzwammen zich met of
zonder lucht uitbreiden. Koelen vertraagt de groei van zwammen en invriezen
stopt de groei volledig.
7. Bacteriën kunnen zich met en zonder lucht verspreiden.
Een van de gevaarlijkste bacteriesoorten is clostridium botulinum. Die kan zich
onder bepaalde omstandigheden ook zonder lucht verspreiden – zij hebben
slechts een temperatuur nodig tussen 4 °C en 46 °C. Ze verspreiden zich in niet
zure levensmiddelen, in een omgeving met weinig zuurstof en bij een tempera-
tuur die een lange tijd hoger is dan 4 °C.
In bevroren, gedroogde of zure levensmiddelen of levensmiddelen die veel zout
of suiker bevatten, kan de botulinumbacterie niets.
De volgende levensmiddelen kunnen door botulinum worden geïnfecteerd:
– Levensmiddelen zonder zuur, zoals vlees, zeevruchten, gevogelte, vis, eieren
en in loog geconserveerde olijven
– Levensmiddelen met weinig zuur, zoals de meeste groentesoorten
– Levensmiddelen met gemiddeld zuur, zoals tomaten, chilipepers, vijgen en
komkommers.
190
Om deze zogenoemde "gevoelige" levensmiddelen (de lijst is niet volle-
dig) kort te bewaren, legt u ze in de koelkast. Om ze langer te bewaren
legt u ze in het vriesvak en moeten ze na opwarmen onmiddellijk worden
genuttigd. Zachte kaas, gerookte vis, knoflook, ui, paddenstoelen en
rauwe melk mogen omwille van hun gevoeligheid voor anaerobe bac-
teriën over het algemeen niet worden gevacumeerd en ook niet te lang
worden bewaard.
8. Zachte kaas en gerookte vis mag men niet vacuüm verpakken aangezien dit de
vorming van anaerobe bacterie listeria kan veroorzaken waardoor een contami-
natie van levensmiddelen of listeriose kan ontstaan. Dit geldt ook voor knoflook,
uien, paddenstoelen en rauwe melk.
9. Afhankelijk van de bewaartijd, de bewaartemperatuur en de hoeveelheid zuur-
stof kunnen sommige in levensmiddelen voorkomende enzymen de kleur, de
textuur en de smaak van de levensmiddelen veranderen. Om de reactie van
enzymen te voorkomen moeten de groenten worden gestoomd of geblancheerd
of in een magnetron worden verwarmd. Levensmiddelen met een hoog zuur-
gehalte, zoals de meeste fruitsoorten hoeven niet te worden geblancheerd. Een
vacuümverpakking is in dit geval voldoende om de enzymreactie te vertragen of
te verhinderen.
10. Sommige droge voedingsmiddelen, zoals meel en granen, kunnen insectenlarven
bevatten. Als u ze niet vacumeert, kunnen de larven uitkomen tijdens de bewa-
ring en levensmiddelen bederven. Om dit te voorkomen moeten levensmiddelen
vacuüm worden verpakt.
11. In het algemeen moeten levensmiddelen bij lagere temperaturen worden
bewaard, omdat er micro-organismen zijn die zich zonder lucht kunnen voort-
planten.
12. Bij een koelkasttemperatuur boven 4 °C en vooral wanneer levensmiddelen
langer worden bewaard, werkt bevorderlijk voor de uitbreiding van gevaarlijke
micro-organismen. Daarom moet de ingestelde temperatuur van uw koelkast
maximaal 4 °C of lager zijn.
13. Als u temperatuur in uw vriesvak −18 °C of lager is, kunnen de levensmiddelen
langer worden bewaard, maar denk eraan: invriezen doodt de micro-organismen
niet, het vertraagt alleen hun groei.
14. Hoe lager de bewaartemperatuur, hoe langer de houdbaarheid van vacuüm
verpakte droge levensmiddelen: per 10 °C koudere bewaartemperatuur, wordt
de houdbaarheid met 3–4 keer verlengd.
NL
191

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

5704