nl
210 | ACS 663 | Gebruiksaanwijzingen
6.2
Koelmiddelidentifier (optioneel, stan-
daardlevering op modellen RI)
Als de interne of externe koelmiddelidentifier is geïn-
stalleerd en via een USB-kabel is verbonden met het
station, controleert de koelmiddelidentifier, alvorens
een recuperatie, het vullen van de interne tank of de
automatische werking uit te voeren, de zuiverheid van
het koelmiddel in het voertuig waaraan moet worden
gewerkt (tijdens een recuperatie of automatische wer-
king) of in de fles (tijdens het vullen van de interne
tank).
i
Bij het schrijven van deze procedure zijn schermen
voor de recuperatie of automatische functies ge-
bruikt. De tijdens het vullen van de interne tank
weergegeven schermen zijn iets anders, maar de
procedure is identiek.
1. Op het display verschijnt
en
MIDDELIDENTIFIER
KOELMIDDELSTAAL
2. Als het koelmiddel de zuiverheidstest doorstaat,
verschijnt op het display
DEL ACCEPTABEL
"
Het station gaat verder met de gewenste functie.
6.2.1
Negatieve zuiverheidstest van het koelmiddel
i
Als het koelmiddel de zuiverheidstest niet doorstaat,
herhaalt het station de test twee keer.
1. Op het display verschijnt
TIE GAS
en
LAATSTE IDENTIFICATIE GAS
2. De zuiverheidstest wordt herhaald.
3. Als het koelmiddel de zuiverheidstest de eerste of
de tweede keer doorstaat, gaat het station verder
met de gewenste functie.
i
Als het koelmiddel drie keer achtereen de zui-
verheidstest niet doorstaat, kan de gebruiker de
werking van de koelmiddelidentifier in het station
controleren of de functie verlaten.
4. Op het display verschijnt
OK VOOR CONTROLE WERKING IDENTIFIER
5. Selecteer
om de koelmiddelidentifier te testen of
om de functie te verlaten.
|
SP00D00616
2019-11-08
INITIALISATIE KOEL-
ANALYSE VAN HET
ZUIVERHEID KOELMID-
HERHAAL IDENTIFICA-
TEST MISLUKT DRUK OP
6.2.2
Testen van de koelmiddelidentifier
i
Als het koelmiddel drie keer achtereen de zui-
verheidstest niet doorstaat, kan de gebruiker de
werking van de koelmiddelidentifier in het station
controleren. Ook deze test kan maximaal drie keer
worden uitgevoerd.
1. Op het display verschijnt
VAN VOERTUIG LOSMAKEN EN SERVICESLANGEN
LEGEN DRUK NA DEZE HANDELING OP OK
2. Maak de hoge- en lagedrukaansluitingen van de
koelmiddelfles of van het voertuig los en leeg de
serviceslangen.
3. Selecteer
.
4. Op het display verschijnt
TEST 1234yf DRUK OP OK OM TE BEVESTIGEN
5. Volg de aanwijzingen om de koelmiddelidentifier aan
te sluiten op een zuivere bron (niet verontreinigd)
met R1234yf.
6. Selecteer
om de test van de koelmiddelidentifier
te starten.
6.2.3
Positieve werkingstest van de koelmiddeli-
dentifier
1. Als uit de test blijkt dat de koelmiddelidentifier in
de machine goed werkt, verschijnt op het display
IDENTIFIER KOELMIDDEL OK FLESKLEP SLUI-
TEN
2. Sluit de klep van de fles.
3. Selecteer
.
4. Op het display verschijnt
LP
5. Maak de hoge- en lagedrukaansluitingen van de koel-
middelfles of van het voertuig los.
6. Selecteer
.
7. Op het display verschijnt
MIDDEL UIT VOERTUIG AFTAPPEN EN AFVOE-
REN
i
Raadpleeg de onderhoudshandleiding van het
voertuig voor aanwijzingen over het verwijderen van
verontreinigd koelmiddel uit het voertuig. Voer het
koelmiddel volgens de toepasselijke normen af.
i
Volg de in deze sectie beschreven aanwijzingen op
om verontreinigd koelmiddel uit het A/C-station en
de serviceslangen te verwijderen.
8. Het station annuleert de gewenste functie.
i
Selecteer
om de resultaten van de zuiverheids-
test van het koelmiddel af te drukken.
A/C-SERVICESTATION
AANSL KOELMIDDELFLES
LOSMAKEN SLANGEN HP/
VERONTREINIGD KOEL-
Robert Bosch GmbH