6 – CONFIGURATIE IN DETAIL
6.1. KOELEENHEID AANSLUITEN
De toorts voor MIG-lassen dient aan de voorzijde van de draadaanvoer aangesloten te worden. Controleer eerst of de toorts is voorzien van de juiste
vervangingsonderdelen die bij de gebruikte lasdraad horen. Raadpleeg de instructies voor de toorts.
Wanneer u een watergekoelde toorts gebruikt, dient u te zorgen dat u uw koeleenheid aansluit op de achterzijde van de voedingsbron en op de
waterkabel. Zorg vervolgens dat de toorts op de juiste wijze is geselecteerd.
Ga in het menu naar Configuratie > Installatie > Koelsysteem en stel de waarde voor de parameter 'koelselectie' in.
Met = Werkt automatisch
Zonder = Stopt om een luchtgekoelde toorts te gebruiken
Altijd AAN = Werkt ononderbroken nadat de voedingsbron is opgestart.
Waterstoring: activeer de waarschuwing van de gebruikte koeleenheid wanneer er water in de bewuste vanger aanwezig is.
Duur van waterstoring (s): De periode waarin water aanwezig is voor waterstoring wordt geactiveerd. Deze tijd wordt toegevoegd aan de 12 seconden
die standaard worden afgewacht nadat de koeleenheid is ingeschakeld. Activeringsniveau: Draai de gevoeligheid van de waarschuwingsdetectie van de
koeleenheid om. Deze waarde moet worden aangepast aan het maximumniveau van de bestaande eenheid.
Standaardduur voor het binnendringen van water:
Standaard wordt de waarschuwing weergegeven nadat de koeleenheid 12 seconden is ingeschakeld.
De standaardduur voor het binnendringen van water voegt een vertraging van 0 tot 50 seconden toe aan de standaardinstelling van 12 seconden
In dit hoofdstuk en beschrijft de reeks instelbare parameters van het configuratiemenu. Wanneer een thema is al in detail is beschreven, zie het hoofdstuk
aangegeven. Voor sommige parameters, de wijzigingen noodzakelijk dat er rekening moet worden gehouden
Gebruikersinterface
Taal - Datum en tijd - Naam
Weergave na lassen
Achtergrondverlichting
Duur sessie beheerder
Schermbeveiliging
Installatie
Algemeen
Omvormer
Draadaanvoermodus
Automatisering
Potentiometers
Cyclus
Korte indruktijd(en) voor trekker
Alleen "hete start" tijdens eerste
inschakeling
Programma-aanroep door niet
lassende trekker
Afnameregeling verkorten
Storing
Storing in procesbeheer
Standaardinstelling voor storing in
boog
Uitvoertype feedback
Uitvoerniveau storing in automatisering
Koeleenheid
Koeleenheid selecteren
Waterstoring
32
Pagina 10
Configureer de tijd waarin de lasparameters worden weergegeven na het lassen
Stel de achtergrondverlichting voor het scherm van de voedingsbron in
Stel de tijdsduur in voor de gebruiker wordt afgemeld
Stel de tijdsduur in voor de schermbeveiliging wordt geactiveerd
Voeding van de omvormer van de voedingsbron
Kies uit een unieke draadaanvoereenheid of uit verschillende draadaanvoereenheden
MIG activeren - automatische modus
Aansluiting van de potentiometers op de draadaanvoer. Raadpleeg de instructies voor de
draadaanvoer
Stel de maximale vertraging voor het indrukken van de trekker in waarbij wordt uitgegaan
van een korte activering [0,1 ; 0,5]
Stel in dat de "hete start" alleen tijdens de eerste inschakeling in de onderbroken modus
wordt geactiveerd
Activering van programma-aanroep buiten een lasprocedure
Verkort de afnametijd wanneer de trekker kort wordt ingedrukt
Pagina 29
Activeer de detectie van een storing in de boogspanning(in automatische modus)
Uitvoertype van de N1-intensiteitsfeedback met betrekking tot de ontwikkeling van de
boogstroom. (andere modus)
Stel het uitvoerniveau voor het storingssignaal in. (in automatische modus)
Lucht of Water.
Activering van de waterstoring in de koeleenheid bij aanwezigheid van de relevante sensor.
(option)
NL
.
DIGIWAVE III