Beschrijving
De 4T-modus is gebaseerd op de veronderstelling dat de lasser kan lassen zonder dat de trekker wordt ingedrukt. Hij drukt de trekker één keer in om de
lascyclus te starten en aan het einde van de lascyclus drukt hij de trekker één keer in om de cyclus te stoppen.
Optie
Configuratie > Installatie > Cyclus:
- Roep de activering van het programma buiten de lascyclus aan
- Roep de activering van het programma tijdens de lascyclus aan.
BELANGRIJKSTE LASPARAMETERS INSTELLEN
De lascyclus
op de interface wordt bijgewerkt zodat de belangrijkste lasparameters worden weergegeven.
In de onderstaande alinea beschrijven we de procedure voor het instellen van de belangrijkste lasparameters in meer detail:
DRAADSNELHEID
HANDMATIGE modus:
plaats de cursor op DRAADSNELHEID en druk op OK. U ziet nu de parameters samen, zodat u ze eenvoudig kunt aanpassen
Modus
De draadsnelheid verschilt en wordt bepaald door de synergie-
SYN
instelling.
MAN
De draadsnelheid wordt niet bepaald door de synergietabel.
BOOGSPANNING
De boogspanning wordt bepaald overeenkomstig het regime van de boog:
vlak: gemiddelde spanning
gepulseerd: kies een spanning
Modus
Booglengte:
Relatieve afstelling van de boogspanning in stappen van ±50 ten
SYN
opzichte van de geprogrammeerde synergiewaarde.
Boogspanning:
MAN
Absolute afstelling van de boogspanning tijdens de lasfase.
14
Instelling
Eenheid
Interval
Afhankelijk
m/min.
van synergie
m/min.
[1 ; 25]
Instelling
Eenheid
Interval
Stappen
-50 || +50
Volt
-10 || +10
Volt
[10 ; 50]
NL
Stap
0,1
0,1
Stap
1
Equivalent
in Volt
0,2
0,2
DIGIWAVE III