OPGEPAST: Gebruik geen perslucht of oplosmiddelen om de luchtfilter te reinigen.
Perslucht kan de filter beschadigen en oplosmiddelen zullen de filter oplossen.
Het luchtfiltersysteem gebruikt een cycloon luchtfilter of een laagprofiel luchtfilter.
Raadpleeg de Onderhoud Kaart voor benodigde service.
Cycloon Luchtfiltersysteem
1. Open de grendels (A) en verwijder het deksel (B). Zie Fig. 8.
2. Verwijder de luchtfilter (C).
3. Tik om vuil los te maken voorzichtig tegen een hard oppervlak. Wanneer de luchtfilter
erg vuil is, vervang deze dan door een nieuw luchtfilter.
4. Het cycloon luchtfiltersysteem heeft ook een veiligheidsfilter (D) (indien hiermee
uitgerust). Raadpleeg de Onderhoud Kaart voor service behoeften. Trek om te
verwijderen de veiligheidsfilter voorzichtig van het luchtfilterhuis (E) en gooi deze
weg. Voorkom dat vuil de motor binnendringt.
5. Installeer de nieuwe veiligheidsfilter in het luchtfilterhuis.
6. Installeer de luchtfilter over de veiligheidsfilter.
7. Installeer het deksel en sluit de grendels.
Laagprofiel Luchtfiltersysteem
1. Verwijder de knop (F) en het deksel (G). Zie Fig. 9.
2. Verwijder de moer (H) en de houder (J).
3. Verwijder de luchtfilter (K).
4. Verwijder de voorfilter (L), indien hiermee uitgerust, van de luchtfilter.
5. Tik om vuil los te maken voorzichtig tegen een hard oppervlak. Wanneer de luchtfilter
erg vuil is, vervang deze dan door een nieuw luchtfilter.
6. Was de voorfilter in een vloeibaar oplosmiddel en water. Laat deze dan grondig
drogen. De voorfilter niet inoliën.
7. Assembleer de droge voorfilter tegen de luchtfilter.
8. Installeer de luchtfilter en bevestig deze met de houder en moer.
9. Installeer het luchtfilterdeksel en zet het vast met de knop.
Luchtkoelingsysteem reinigen - Fig. 11
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
OPGEPAST: Gebruik geen water om de motor te reinigen. Water kan het
brandstofsysteem verontreinigen. Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor. Vuil kan de luchtstroom belemmeren en veroorzaken dat
de motor oververhit raakt, wat resulteert in slechte prestaties en verminderde levensduur
van de motor.
Verwijder met een borstel of droge doek vuil van de vingerbeschermer (A, Fig. 11). Houd
verbindingen, veren en bedieningen (B) schoon. Houd het gebied rond en achter de
uitlaat (C) vrij van brandbaar vuil. Zorg ervoor dat de oliekoelervinnen (D) vrij zijn van
vuil.
Reinig het gebied onder het paneel (E, Fig. 12). Draai de twee schroeven (F) los tot U
een klik hoort. Verwijder het paneel en reinig het gebied van alle vuil. Zorg ervoor dat de
onderkant ook schoon is. Installeer het paneel en draai de schroeven vast tot U een klik
hoort.
76
Brandstoffilter Vervangen - Fig. 10
1. Tap voordat de brandstoffilter vervangen wordt (A, Fig. 10), indien hiermee uitgerust,
2. Gebruik een tang voor het indrukken van de nokken (B) van de klemmen (C), schuif
3. Controleer de brandstofslangen op barsten en lekkages. Vervang ze zonodig.
4. Vervang de brandstoffilter door een originele filter.
5. Bevestig de brandstofslangen met de klemmen als getoond.
Opslag
12
Brandstofsysteem
Brandstof kan verouderen indien deze langer wordt bewaard dan 30 dagen. Verouderde
brandstof veroorzaakt dat zich zuur- en gomafzettingen vormen in het brandstofsysteem
en op essentiële carburateurdelen. Gebruik om de brandstof vers te houden Briggs &
Stratton Advanced Formula Fuel Treatment & Stabilizer, verkrijgbaar overal waar
originele Briggs & Stratton onderdelen worden verkocht.
De brandstof hoeft niet afgetapt te worden indien een brandstofstabilisator volgens de
instructies is toegevoegd. Laat de motor 2 minuten draaien om de stabilisator door het
brandstofsysteem te laten circuleren voordat u de motor opbergt.
Wanneer de benzine in de motor niet is behandeld met een brandstofstabilisator, dan
moet deze afgetapt worden in een geschikte container. Laat de motor draaien tot deze
stopt door brandstofgebrek. Het gebruik van een brandstofstabilisator in de jerrycan
wordt aanbevolen om versheid te verzekeren.
Motorolie
Ververs, terwijl de motor nog warm is, de motorolie.
Storingzoeken
Hulp nodig? Ga naar VanguardEngines.com of raadpleeg de website van de importeur
1-800-999-9333 (in de USA).
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Houd alle brandstof weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen, tank, dop en nippels regelmatig op barsten of
lekkages. Zonodig vervangen.
Tap voordat u de brandstoffilter reinigt of vervangt eerst de brandstoftank af of
draai de brandstofkraan dicht.
Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde
manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor
gestart wordt.
de brandstoftank af of sluit de brandstofkraan. Anders kan brandstof weglekken en
brand of een explosie veroorzaken.
dan de klemmen weg van de brandstoffilter. Draai en trek de brandstofslangen (D)
van de brandstoffilter.
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij Het Opslaan Van Brandstof Of De Machine Met Brandstof In De Tank
Opslaan uit de buurt van fornuizen, kachels, geisers of boilers of andere
apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat
deze brandstofdampen kunnen doen ontbranden.
VanguardEngines.com