GEVAAR!
Op hellingen dient het rijden zéér zorgvul-
dig te gebeuren om het steigeren van de machine te voorko-
men. Vertraag de snelheid bij het beginnen van een helling,
vooral bij het afdalen.
GEVAAR!
Gebruik de achteruitversnelling nooit om
snelheid te minderen bergaf: Hierdoor kan men de controle
over de machine verliezen, vooral op glibberige terreinen.
Mechanische aandrijving
GEVAAR!
Rijd nooit een helling af met de ver-
snelling of de koppeling in de vrije stand! Schakel altijd een
lage versnelling in voordat u de machine onbeheerd achter-
laat.
Hydrostatische aandrijving
Het afdalen van een helling kan uitgevoerd worden zonder het
koppelingspedaal te bedienen (
gebruik te maken van het remeffect van de hydrostatische aandrij-
ving als de koppeling niet is ingeschakeld.
5.6 HET VERVOEREN VAN DE MACHINE
LET OP!
Als de machine op een vrachtwagen of op
een oplegger vervoerd moet worden, dient men toegangshel-
lingen met geschikte draagkracht, breedte en lengte te gebrui-
ken. Laat de machine met de motor uitgeschakeld, zonder
4.32), om zoveel mogelijk
bestuurder en enkel duwend, met een geschikt aantal perso-
nen. Sluit, alvorens de machine te vervoeren, de benzinekraan
(indien voorzien), zet het maaidek in de laagste stand, schakel
de handrem in en zorg dat de machine goed vastzit aan het
vervoermiddel met touwen of kettingen.
5.7 TIPS OM ALTIJD EEN MOOI GAZON TE HEBBEN
1. Voor een mooi, groen en zacht gazon is het nodig dat het gras
regelmatig en op de juiste manier gemaaid wordt. Het gazon kan
van verschillende soorten gras zijn. Bij regelmatige maaibeurten,
groeit het gras sneller, waardoor meer wortelgroei ontstaat en een
mooi dicht gazon bekomen wordt; indien minder vaak gemaaid
wordt, wordt ook de groei van hoog en wild gras bevorderd (kla-
ver, margrieten, enz.).
2. Het is beter het gras te maaien als het gazon goed droog is.
3. De messen dienen geen gebreken te vertonen en goed scherp te
zijn, zodat het gras op de juiste manier wordt afgesneden zonder
uitgerukt te worden. Dit kan namelijk tot vergeling van de punten
leiden.
4. De motor dient op volle toeren te draaien om zowel het gras op
de juiste manier af te snijden als een goede afvoer van het gras
naar het uitwerpkanaal te verkrijgen.
5. De maaifrequentie wordt bepaald aan de hand van de groei van
het gras, waarbij vermeden moet worden dat het gras te hoog
wordt.
6. In de warmste en droogste tijden van het jaar is het beter om het
gras iets hoger te laten worden zodat het gazon niet uitdroogt.
NL
23