Nederlands
► Als er geen weggeslingerde zaagkettingolie
zichtbaar is:
► Zaagkettingolie bijvullen.
► Kettingsmering opnieuw controleren.
► Als er nog steeds geen zaagkettingolie op
het lichtgekleurde oppervlak zichtbaar is: de
kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer. De kettingsme‐
ring is defect.
12.7
Accu controleren/testen
► Druktoets op de accu indrukken.
De leds branden of knipperen.
► Als de leds niet branden of knipperen: accu
niet gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
In de accu zit een storing.
13 Met de motorzaag werken
13.1
Kettingzaag vasthouden en
bedienen
1
► De kettingzaag zo met de linkerhand op de
draagbeugel en de rechterhand op het vlak (1)
van de bedieningshandgreep vasthouden en
bedienen, dat de duim van de linkerhand om
de draagbeugel en de duim van de rechter‐
hand om de bedieningshandgreep valt.
13.2
Zagen
WAARSCHUWING
■ Als er een terugslag optreedt kan de ketting‐
zaag naar boven in de richting van de gebrui‐
ker worden geslingerd. De gebruiker kan ern‐
stig of dodelijk letsel oplopen.
► Met vol gas zagen.
► Niet met het bovenste kwart gedeelte van
de zaagbladneus zagen.
► Zaagblad met vol gas zo in de zaagsnede
geleiden dat het zaagblad niet scheef wordt
gedrukt.
144
13 Met de motorzaag werken
► Kam tegen het hout plaatsen en als draaipunt
gebruiken.
► Zaagblad volledig zo door het hout geleiden,
dat de kam altijd weer opnieuw tegen het hout
wordt geplaatst.
► Aan het einde van de zaagsnede het gewicht
van de kettingzaag opvangen.
13.3
Snoeien
► Kettingzaag op de stam laten rusten.
► Zaagblad met vol gas met een hefboombewe‐
ging tegen de tak drukken.
► Tak met de bovenzijde van het zaagblad door‐
zagen.
1
2
► Als de tak onder spanning staat: ontlastings‐
snede (1) in de drukzijde zagen en vervolgens
vanaf de trekzijde met een zaagsnede (2)
doorzagen.
13.4
Vellen
13.4.1
Velrichting en vluchtwegen vastleggen
► Velrichting zo bepalen dat het gebied waarin
de boom valt open/vrij is.
2
1
0458-701-9621-B