Nederlands
► De accu niet onderdompelen in
vloeistoffen.
► De accu bij kleine metalen voorwerpen van‐
daan houden.
► De accu niet blootstellen aan hoge druk.
► De accu niet in de magnetron plaatsen.
► De accu tegen chemicaliën en zouten
beschermen.
4.6
Veilige staat
4.6.1
Kettingzaag
De kettingzaag verkeert in de veilige staat als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De kettingzaag is niet beschadigd.
– De kettingzaag is schoon.
– De kettingvanger is niet beschadigd.
– De kettingrem functioneert.
– De bedieningselementen werken en zijn niet
gewijzigd.
– De kettingsmering functioneert.
– De inloopsporen op het kettingtandwiel zijn
niet dieper dan 0,5 mm.
– Een in deze gebruiksaanwijzing aangegeven
combinatie van zaagblad en zaagketting is
gemonteerd.
– Het zaagblad en de zaagketting zijn correct
gemonteerd.
– De zaagketting is correct gespannen.
– Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze
kettingzaag is gemonteerd.
– Het toebehoren is correct gemonteerd.
– De olietankdop is gesloten.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige toestand kunnen onderde‐
len niet meer naar behoren functioneren en
kunnen veiligheidsvoorzieningen buiten werk‐
ing worden gezet. Personen kunnen ernstig of
dodelijk letsel oplopen.
► Met een onbeschadigde kettingzaag wer‐
ken.
► Als de kettingzaag vuil is: kettingzaag reini‐
gen.
► Met een onbeschadigde kettingvanger wer‐
ken.
► Aan de kettingzaag geen wijzigingen aan‐
brengen. Uitzondering: montage van een in
deze gebruiksaanwijzing aangegeven com‐
binatie van zaagblad en zaagketting.
► Als de bedieningselementen niet functione‐
ren: Niet met de kettingzaag werken.
► Alleen origineel STIHL toebehoren voor
deze kettingzaag monteren.
132
► Zaagblad en zaagketting zo monteren als in
deze gebruiksaanwijzing staat beschreven.
► Het toebehoren monteren zoals in deze
gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwij‐
zing van het toebehoren beschreven staat.
► Geen voorwerpen in de openingen van de
kettingzaag steken.
► Olietankdop sluiten.
► Versleten of beschadigde stickers vervan‐
gen.
► Als er onduidelijkheid bestaat: contact
opnemen met een STIHL dealer.
4.6.2
Zaagblad
Het zaagblad verkeert in de veilige staat als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
– Het zaagblad is niet beschadigd.
– Het zaagblad is niet vervormd.
– De groef is zo diep als of dieper dan de mini‐
male groefdiepte,
– Er bevinden zich geen bramen op de randen
van de groef.
– De groef is niet versmald of verbreed.
WAARSCHUWING
■ In een onveilige staat kan het zaagblad de
zaagketting niet meer correct geleiden. De
ronddraaiende zaagketting kan van het zaag‐
blad springen. Personen kunnen ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
► Met een onbeschadigd zaagblad werken.
► Als de diepte van de groef kleiner is dan de
minimale groefdiepte: zaagblad vervangen.
► Zaagblad wekelijks ontdoen van bramen.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoe‐
ken wij u contact op te nemen met een
STIHL dealer.
4.6.3
Zaagketting
De zaagketting verkeert in de veilige staat als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De zaagketting is niet beschadigd.
– De zaagketting is correct aangescherpt/gesle‐
pen.
– De slijtagemarkeringen op de zaagtanden zijn
zichtbaar.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige staat kunnen componenten
niet meer correct functioneren en kunnen de
veiligheidsinrichtingen zijn uitgeschakeld. Per‐
sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen.
► Met een onbeschadigde zaagketting wer‐
ken.
► Zaagketting correct aanscherpen/slijpen.
4 Veiligheidsinstructies
21.3.
0458-701-9621-B