D D e e a a f f v v a a l l b b a a k k h h o o u u d d e e r r i i n n p p o o s s i i t t i i e e b b r r e e n n g g e e n n ( ( o o p p t t i i o o n n e e e e l l ) )

L L E E T T O O P P

• Zorg altijd dat de afvalbakhouder en voorwerpen in het onderstelopslagvak niet tegen elkaar aan stoten, om schade aan

het product en aan de voorwerpen te voorkomen.

• Verzeker u er altijd van dat de afvalbakhouder goed vastzit voordat u een wegwerpzak, bekken of instrumentenblad

aanbrengt.

• Behandel vloeistoffen die voorkomen bij bekkenonderzoeken en vaginale bevallingen altijd als biologisch gevaarlijk.

Voer verontreinigde wegwerpzakken, bekkens en instrumentenbladen af volgens het protocol van de instelling.

Blootstelling aan vloeistoffen kan letsel veroorzaken bij de patiënt of de bediener.

• Laat de patiënt niet onbewaakt achter terwijl de afvalbakhouder in gebruik is.

De afvalbakhouder in positie brengen:

1. Plaats de voeten van de patiënt in de voetensteunen ( De voetensteunen in positie brengen (pagina 13)) en zet de

voetsectie omlaag ( De voetsectie in positie brengen (pagina 14)).

2. Schuif de afvalbakhouder (A) onder het matrasdragerframe uit (Afbeelding 7).

3. Plaats het afvalbekken in de houder.

4. Zet de bovenkant van het bekken vast op de 'vleugels' (B) van de afvalbakhouder.

Om de afvalbakhouder op te bergen verwijdert u het afvalbekken en voert u het af. Schuif de afvalbakhouder onder het

matrasdragerframe.

1061-009-005 Rev AA.0

A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 7 7 – – D D e e a a f f v v a a l l b b a a k k h h o o u u d d e e r r i i n n p p o o s s i i t t i i e e b b r r e e n n g g e e n n