6.3.10 Maaimechanisme - de aandrijfsnaren van het mes controleren en afstellen
Wanneer u aan de diverse onderdelen van de aandrijving van de machine werkt, zet de
motor dan altijd uit en neem de sleutel uit het contact.
Í Machine BCR3628BVECE (GC 92) (maaimechanisme met een maaibereik van 92 cm):
De messen van het maaidek worden aangedreven door de riem (2) via de
elektromagnetische koppeling (1) en de riemschijf (3). Door de belasting neemt de
spanning van de riem na verloop van tijd af en moet hij opnieuw gespannen worden.
Omdat er veel van de aandrijfsnaar wordt gevergd neemt de spanning van de snaar na
verloop van tijd af en moet de snaar weer op spanning worden gebracht.
} Zet de hendel voor de hoogte-afstelling van het maaimechanisme in de laagste stand.
} Span snaar (2) met de spantrekbalk met moer (4) tot de veer een lengte heeft van 57 mm.
Í Machine BCR4328BVECE (GC 110) (maaimechanisme met een maaibereik van 110 cm):
De messen van het maaidek worden aangedreven door de riem (2) via de
elektromagnetische koppeling (1) en de riemschijf (3) en door de riem (4) onder de kap
van het maaidek. Omdat er veel van de aandrijfsnaren wordt gevergd neemt de spanning
van de snaren na verloop van tijd af en moeten zij weer op spanning worden gebracht.
} Zet de hendel voor de hoogte-afstelling van het maaimechanisme in de laagste stand.
} Span snaar (2) met de spantrekbalk met moer (5) tot de veer een lengte heeft van
80 mm.
} Span snaar (4) met de spantrekbalk met moer (6) tot de veer een lengte heeft van
135 mm.
Í Machine GC 132 (Maaimechanisme met een maaibereik van 132 cm):
De messen van het maaidek worden aangedreven door de riem (2) via de
elektromagnetische koppeling (1) en de riemschijf (3) en door de distributieriemen (5) en
(7) onder de kap van het maaidek. Omdat er veel van de aandrijfriemen wordt gevraagd
neemt de spanning van de riemen na verloop van tijd af en moeten de riemen worden
gespannen.
} Zet de hendel voor de hoogte-afstelling van het maaimechanisme in de laagste stand.
} Spanning van riem (2) gebruik de spantang met moer (4) zo dat de veer een lengte
heeft van 85 ± 1 mm.
} Spanning van riem (5) gebruik de spantang met moer (6) zo dat de veer een lengte
heeft van 85 ± 1 mm.
} Spanning van riem (7) gebruik de spantang met moer (8) zo dat de veer een lengte
heeft van 75 ± 1 mm.
6.3.11 Maaimechanisme - van de machine verwijderen
De volgende procedure geldt voor beide modellen maaimechanismen, d.w.z. voor
maaimechanismen met een maaibereik van 92 cm en van 110 cm.
} Breng het maaimechanisme omlaag in de laagste stand.
} Draai moer (2) los zodat veer (1) aan beide zijden van de machine loskomt. De veer moet
geheel los worden gemaakt, anders is er het risico dat een deel van het mechanisme
wordt weggeschoten en iemand gewond raakt!
} Verminder de spanning van de aandrijfsnaar van het maaimechanisme door moer (3)
los te draaien. Schuif de snaar van de poelie (4).
} Schroef aan beide zijden bouten en moeren (5) en (6) uit, waarmee de ophangbeugels
aan het maaimechanisme vastzitten.
} Trek langzaam het mechanisme naar één van de zijden en uit de machine.
Ga bij het weer monteren van het maaimechanisme op de machine, in omgekeerde
volgorde te werk als bij de procedure voor de demontage.
Vergeet niet, na het opnieuw monteren van het mechanisme, de juiste hoogte boven de
grond in te stellen
maaimechanisme in te stellen
spanning te brengen
(
6.3.7), de spanning van de veer voor het omhoogbrengen van het
(
6.3.8) en de aandrijfsnaar voor het maaimes goed op
(
6.3.10).
290
6.3.10a
6.3.10b
6.3.10c
6-3-11