13. Bevestig het ene uiteinde van het koordje voor handmatige ontgren-
deling aan de wagen en het andere uiteinde aan de knop (afb. 23).
N.B. – Zorg ervoor dat de knop van de handmatige ontgrendeling
van de grond af bereikbaar is, op een hoogte van 180 cm of minder.
23
BELANGRIJK! – Verricht onderstaande handelingen terwijl u de
deur DICHT houdt
14. • Als het om een SECTIONAALDEUR gaat: stel de lengte van de
waarde B vast rekening houdende met de waarden A en E (afb. 24-a).
• Als het om een KANTELDEUR gaat: stel de lengte van de waarde
B rekening houdende met de waarde F(afb. 24-b).
N.B. – Als de waarden A, E of F geen beletsel daarvoor vormen, kan
de automatisering ook aan het plafond worden bevestigd (minimum
4 mm).
24-a
B
A
24-b
15. Buig de twee beugels voor bevestiging van de geleiderail aan het
plafond in een "L" en monteer ze met schroeven en moeren in de
nabijheid van de reductiemotor (afb. 25). N.B. – kies op de beugels
die boring welke u de mogelijkheid geeft de op punt 14 vastgestelde
waarde B zo dicht mogelijk te benaderen.
25
12 – Nederlands
All manuals and user guides at all-guides.com
D
E
B
da 65 a 100 mm
F
B
(4 ÷ 400 mm)
M6
V6 x 14
5.2 – MONTAGE EN AANSLUITING VAN DE
BUFFERBATTERIJEN mod. ME
De bufferbatterijen zijn zelfladen batterijen, met een spanning van 12V en
een capaciteit van 0,8 Ah. Zij zijn bijzonder nuttig in geval van onverwach-
te stroomuitval (black-out).
In de reductiemotor kunnen 2 batterijen worden geïnstalleerd.
Over het algemeen garanderen de batterijen wanneer ze opgeladen zijn
een autonomie van ongeveer 6 - 7 cycli achter elkaar (1 cyclus = Opening
- Sluiting). Deze waarde kan variëren in functie van het soort deur en het
gewicht daarvan .
BELANGRIJK – Het installeren van de batterijen dient te worden
uitgevoerd voordat de automatisering aan het plafond of aan de
wand wordt vastgezet.
Voor het installeren van de bufferbatterijen gaat u als volgt te werk:
01. Haal de schroef van het deksel dat de besturingseenheid beschermt
weg en trek het deksel weg (afb. 26).
26
02. Open de twee spleten voor kabeldoorvoer met behulp van een
schroevendraaier (afb. 27).
27
03. Haal de kabels van de batterijen door de spleten voor kabeldoorvoer
(afb. 28) en zet beide batterijen op de daarvoor bestemde plaats
(afb. 29).
28