Let op:
Als u bij de verschillende instellingen de toetsen „+" of „-" langer indrukt, worden de
waarden snel versteld.
Na elke instelling kunt u de configuratiemodus door het indrukken van de toets „EXIT"
verlaten of met de toets „NEXT" naar de volgende instelling gaan.
De configuratie gebeurt in deze volgorde:
Jaar
Maand
Lengtegraad (LO = „Longitude")
Eenheid temperatuur
Daarna de instellingsvolgorde opnieuw van voren.
IN
>2 seconden
-
+
NEXT
-
+
NEXT
-
+
NEXT
-
+
NEXT
-
+
NEXT
Dag
Minuten
Tijdzone (ti)
Eenheid wind
Druk gedurende ca. 2 seconden op de toets „IN" tot de indicatie
wisselt.
De configuratiemodus kan altijd door het indrukken van de
toets „EXIT" (= „MIN/MAX") beëindigd worden, zie
"Configuratiemodus beëindigen".
jaar
Stel met de toetsen „+" en „-" het actuele jaar in.
Druk op de toets „NEXT".
maand
Stel met de toetsen „+" en „-" de maand in.
Druk op de toets „NEXT".
dag
Stel met de toetsen „+" en „-" de dag in.
Druk op de toets „NEXT".
minuten
Stel met de toetsen „+" en „-" de minuten in.
Druk op de toets „NEXT".
uren
Stel met de toetsen „+" en „-" de uren in.
Druk op de toets „NEXT"; daarna kan de breedtegraad ingesteld
worden (op het display verschijnt „LA" = „Latitude"), zie volgende
pagina.
Uren
Breedtegraad (LA = „Latitude")
Instelling van de verloopindicatie
Configuratiemodus oproepen
Datum en tijd instellen
139