bevestigd is: ze zou tegen de passagiers kunnen stoten en
ze verwonden.
• Inspecteer de draagmand goed alvorens het kind er in te
zetten, indien de auto in de zon heeft gestaan en contro-
leer of er geen oververhitte delen zijn: in dit geval laat u ze
eerst afkoelen voordat u het kind er in legt, om te voorko-
men dat het zich verbrandt.
• De draagmand en de KIT CAR kunnen tengevolge van een
licht ongeval reeds schade oplopen, die met het blote
oog niet zichtbaar is: daarom moet ze in ieder geval altijd
vervangen worden.
• Gebruik nooit tweedehands artikelen ter beveiliging in de
auto: ze hebben misschien structurele schade opgelopen
die niet met het blote oog zichtbaar is, maar de veiligheid
van het artikel in gevaar brengt.
• ARTSANA acht zich niet aansprakelijk in geval van onei-
genlijk gebruik van het artikel.
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
• Dit is een "Universeel" kinderbeveiligingssysteem, dat
goedgekeurd is volgens Voorschrift nr. 44, amendemen-
ten serie 04. Het is geschikt voor algemeen gebruik in
voertuigen en compatibel met de meeste, maar niet alle
autozetels.
• Perfecte compatibiliteit ligt voor de hand indien de fabri-
kant van het voertuig in de handleiding ervan verklaart dat
het voertuig geschikt is om er "Universele" beveiligingssys-
temen voor kinderen van de desbetreffende leeftijdsgroep
in te installeren.
• Dit kinderbeveiligingssysteem is als "Universeel" geclassi-
ficeerd volgens goedkeuringscriteria die strenger zijn ten
opzichte van vorige modellen die niet met deze medede-
ling zijn uitgerust.
• Enkel geschikt voor gebruik in voertuigen met vaste of
oprolbare driepuntsgordel, die is goedgekeurd volgens
de Voorschriften UN/ECE N°16 of overige, gelijkwaardige
standaarden.
• Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van
het kinderbeveiligingssysteem of met de dealer.
VEREISTE KENMERKEN VAN DE AUTOZITTING
17. Om de draagmand aan de autostoel te bevestigen
moet de zetel aan de volgende eisen voldoen:
• hij moet in de rijrichting staan (afb. 17A);
• het moet een zetel achterin zijn, met minstens 2 passa-
giersgordels met driepuntsverankering (afb. 17B), die zijn
goedgekeurd volgens de Voorschriften UN/ECE Nr 16 of
andere gelijkwaardige standaarden.
DRAAGMAND IN DE AUTO VAST- EN LOSMAKEN
Om de KIT CAR te installeren volgt u de volgende aanwij-
zingen op alvorens de draagmand in de auto te plaatsen:
GESPEN VOOR AUTOGORDELS
18. Om beide gespen aan de pennen aan de voor- en achter-
kant van de draagmand te bevestigen (afb. 18A) duwt u
elke gesp op de desbetreffende pen (afb. 18B) en trekt u
de gesp naar beneden tot ze vastklikt (afb. 18C).
WAARSCHUWING: Monteer de gespen niet omgekeerd!
(Fig. 18D). Nu kan de draagmand in de auto geplaatst worden.
DRAAGMAND IN DE AUTO VASTMAKEN
19. Om de draagmand aan de zitting achterin te bevesti-
gen plaatst u de mand in het midden, uitgelijnd met
de zitting, en snoert u ze vast met de gordels van beide
buitenste zitplaatsen (afb. 19).
20. Is ook de middelste plaats van uw auto uitgerust met
een driepuntsgordel, dan kan de draagmand tevens
aan de zijkant bevestigd en met de gordels van de mid-
delste en laterale plaats vastgesnoerd worden (afb. 20).
21. Neem beide autogordels en steek ze in desbetreffende
gespen van de zitting (afb. 21). Doe de rugleuning in de
draagmand volledig omlaag
WAARSCHUWING: Vervoer de draagmand nooit in de
auto met omhoogstaande rugleuning! De veiligheid is
op die manier niet gewaarborgd! Ga aan beide kanten als
volgt te werk:
22. Pak de autogordel en maak een lus (afbeelding 22);
23. Pak de gesp van de car kit een draai het rode staafje van
de gesp naar buiten (afb. 23).
24. Steek de gemaakte lus in de gesp (afb. 24A – 24B) en
draai het rode staafje in de oorspronkelijke stand, zodat
het door de lus steekt (afb. 24C).
25. Trek de autogordel naar het oprolsysteem en duw de
draagmand tegen de zitting, zodat ze goed vastge-
snoerd is (afb. 25A).
WAARSCHUWING: Controleer of de draagmand goed te-
gen de rugleuning en op de zitting rust.
WAARSCHUWING: Controleer of de gordels goed ge-
spannen zijn (afb. 25B).
DRAAGMAND VAN DE ZITTING LOSMAKEN
Ga aan beide kanten als volgt te werk.
26. Om de gesp los te maken van de draagmand trekt u het
rode lipje van de gesp naar buiten en duwt u de gesp
omhoog (afb. 26), zodat de draagmand loskomt van de
gordel. De gesp blijft aan de autogordel zitten.
WAARSCHUWING: Verwijder altijd eerst de gesp van de
KIT CAR voordat de autogordel gebruikt wordt om een
passagier mee vast te snoeren: hiermee wordt gevaar voor-
komen!
27. Om de gesp van de gordel te verwijderen maakt u de
lus van de gordel los (afb. 27A) en draait u het rode
staafje zodat het loskomt (afb. 27B).
DE DRAAGMAND OP DE WANDELWAGEN BEVESTIGEN
Bereid de wandelwagen voor volgens de met de wagen
meegeleverde aanwijzingen.
Vergeet niet om de veiligheidsgordels te verwijderen wan-
neer u het met de wandelwagen gebruikt, en voer de richt-
lijnen van paragraaf VEILIGHEIDSGORDELS DRAAGMAND
EN COMFORT-KIT in omgekeerde volgorde uit.
WAARSCHUWING: Het bevestigingssysteem dient te
worden verwijderd wanneer het product buiten de wagen
wordt gebruikt.
WAARSCHUWING: Om de draagmand op de structuur
van de wandelwagen te bevestigen moet eerst de zitting
verwijderd worden.
28. Zet de handgreep in de draagstand (verticaal) en plaats
de draagmand op de verticale vasthaakpunten, let erop
dat de twee verticale mechanismen zich buiten de
draagmand bevinden, tot u de bevestigingsklik hoort.
Plaats de draagmand met het voeteneinde naar het stuur
van de wandelwagen gericht (afb. 28A). Om de draag-
mand gemakkelijker vast te maken aan de wandelwagen
heeft de stof aan de zijkanten een speciale vorm om de
38