NL
INHOUDSTAFEL
VERKORTE INSTRUCTIE STUURPROGRAMMA ST-2
I.
INSTALLATIE ......................................................................................... 92
II. PROGRAMMATIE AFSTANDSBEDIENINGEN (SNEL) ....................... 93
III. VOETGANGER OPENING (GEDEELTELIJKE OPENING) ................... 93
IV. AUTOMATISCH SLUITEN VAN DE POORT .......................................... 93
V. INVOEREN VAN DE INSTALLATIECODE .............................................. 93
UITGEBREIDE INSTRUCTIE STUURPROGRAMMA ST-2
I.
WAARVOOR DIENT HET ........................................................................ 94
II. WERKINGSWIJZE STUURPROGRAMMA ............................................ 94
III. TEKENING VAN DE CENTRALE EN CONTACTPLAAT VAN HET
STUURPROGRAMMA ST-2 ..................................................................... 94
IV. PARAMETERS VAN DE BESTURINGSBESTANDDELEN VAN HET
STUURPROGRAMMA ST-2 EN BESCHRIJVING VAN DE
AANSLUITINGEN .................................................................................... 94
1. Technische gegevens .......................................................................... 94
2. Beschrijving en parameters in- en uitgang stuurprogramma ........... 94
V. GEBRUIKSFUNCTIES ............................................................................... 94
VI. BEDIENING .............................................................................................. 95
1. Openen en sluiten van de poort ....................................................... 95
2. Functie hek (kantelen van de poort) ................................................. 95
3. Automatisch sluiten van de poort ..................................................... 95
4. Obstakel detectie ............................................................................... 95
5. "HOLD TO RUN" ............................................................................... 96
6. "WOONWIJK FUNCTIE" (meerdere gebruikers) ........................... 96
7. Verkeerslichten .................................................................................... 96
8. Besturing van 2 poorten met behulp van dezelfde
afstandsbedieningen .......................................................................... 96
9. Bescherming tegen overbelasting ..................................................... 96
9.1. Dynamische beveiliging („dn") ................................................ 96
9.2. Statische beveiliging („St") ...................................................... 97
9.3. Automatische selectie van dynamische en statische
beveiliging .................................................................................. 97
9.4. Stop-procedure na overbelasting ............................................ 97
10. Cyclusteller .......................................................................................... 97
VII. WEERGEGEVEN MELDINGEN TIJDENS DE WERKING VAN HET
STUURPROGRAMMA ...................................................................................... 97
VIII. INSTALLATIE EN INWERKINGSTELLING VAN HET
STUURPROGRAMMA ...................................................................................... 98
IX. INSTELLEN VAN DE FUNCTIES VAN HET STUURPROGRAMMA ........ 99
X.
PROGRAMMEERMODUS VAN HET STUURPROGRAMMA .............. 100
1. Gemakkelijke programmering van de afstandsbedieningen ....... 100
2. Invoeren van de installatiecode ..................................................... 100
3. Wijzigen van de installatiecode ..................................................... 100
4. Statische overbelasting .................................................................... 100
5. Dynamische overbelasting ............................................................... 101
6. Automatische selectie van statische "St" en dynamische
overbelasting "dn" ........................................................................... 101
7. Resetten van de kalibratie van het stuurprogramma ..................... 101
8. Voetganger opening (gedeeltelijke opening) ................................ 101
9. Bedienen van 2 poorten .................................................................. 101
10. Instellen van de schijntijd van de signalisatielamp na het
sluiten/openen van de poort ........................................................... 101
11. Afstandsbedieningen ....................................................................... 102
11.1. Invoeren van de afstandsbedieningen in het geheugen van
het stuurprogramma ................................................................ 102
11.2. Verwijderen van de afstandsbedieningen uit het
geheugen ................................................................................. 102
11.3. Aantal te programmeren afstandsbedieningen ................... 102
12. Obstakel detectie ............................................................................. 102
12.1. Instelmodus van de obstakel detectie ................................... 103
12.2. Instellen van de functie van de obstakel detectie ............... 103
13. Automatisch sluiten van de poort ................................................... 103
14. Instellen van de functie WOONWIJK FUNCTIE .......................... 103
15. Instellen van de functie "HOLD TO RUN" ..................................... 103
16. Aantal sluitingen van de poort ....................................................... 103
17. Aantal openingen van de poort ..................................................... 104
18. Aantal stops van de poort bij sluiting ............................................ 104
19. Aantal stops van de poort bij opening .......................................... 104
20. Functie signalering van de schade ................................................ 104
21. Herstellen van de fabrieksinstellingen ............................................ 104
92
Installatie- en Gebruikshandleiding - Stuurprogramma voor schuifpoorten – ST-2
.......................
92
..................
94
22.Instellen van de parametrische functie STOP 1 (8.2K ) ............. 105
23.Instellen van de parametrische functie STOP 2 (actief gebrek
aan massa) ....................................................................................... 105
24.De status van de licentie van de afstandsbedieningen ................. 105
25.Instellen van de eenvoudige programmering van de
afstandsbedieningen ....................................................................... 105
DIAGRAM PROGRAMMEERMODUS VAN HET
STUURPROGRAMMA
.....................................................................................
VERKORTE INSTRUCTIE STUURPROGRAMMA ST-2
I. INSTALLATIE
1. Uitschakelen van de stroom
2.Uittrekken van de koppelingen
3.Aansluiten van de bedrading aan de koppelingen volgens de beschrijving
op het aansluitbord:
P
Vermogen stuuringang 1-2 aangeduid input ~ 24V.
P
Manuele bediening – (optie) ingang 7-15
P
Externe antenne (optie)
P
Signalisatielamp (optie) ingang 3-4
P
Infrarood slagboom (optie) ingang 13.15 (standaard instelling,
continui teit is gewaarborgd door een verbindingsdraad) plus
stroomaansluiting fotocellen met gemarkeerde ingang aangeduid met
output ~ 24V. Alvorens het aansluiten van de contactpunten van de
fotocellen, moet de verbindingsdraad worden verwijderd.
De obstakel detectie kan werken in één van deze 4 functies:
P
De slagboom werkt bij het openen van de poort (stopt de poort), bij het
sluiten stopt de poort,
P
De slagboom werkt bij het openen van de poort (stopt de poort, bij het
sluiten stopt de poort en gaat na een ogenblik open,
P
De slagboom werkt niet bij het openen van de poort, bij het sluiten stopt
de poort,
P
De slagboom werkt niet bij het openen van de poort, bij het sluiten stopt
de poort en gaat na een ogenblik open,,
OPGELET! De fabrieksinstelling is ingesteld op
werkingsmethode nr 4.
Het wijzigen van de werkingsmethode staat
beschreven in de aanvullende handleiding
(geavanceerd).
4. Sluit de snelkoppelingen aan
5. Zet de poort handmatig in het midden
6. Schakel de stroom in
7. Controleer of de eindschakelaars de automaat goed uitschakelen, indien
niet, dan verwissel je de plaats van de aansluiting.
8. Pas de overbelasting aan zoals hieronder omschreven:
Automatische selectie van statische "St" en dynamische "dn"
overbelasting
P
Zet het stuurprogramma in de programmeerstand (zie
Programmeermodus stuurprogramma
installatiecode deel V
).
P
Druk op de knop (+) of (-) totdat er
P
Bevestig de keuze van de functie met de knop "OK"
P
Op het display verschijnt "of" of "on".
Door op de knop (+) of (-) te drukken kan de waarde van de instelling
aangepast worden
P
Om de instelling te bevestigen druk op de knop "OK"
P
Indien u de wijzigingen wilt annuleren, dan drukt u op de knop "Annuleren".
Om terug te keren naar de normale werking, gaat men als volgt te werk:
P
Druk herhaaldelijk op de knop "ANNULEREN" totdat op het display één
van de berichten verschijnt die staan in punt "WEERGEGEVEN
MELDINGEN TIJDENS DE WERKING VAN HET STUURPROGRAMMA"
9. Schakel twee maal de volledige openings- en sluitingscyclus om de
tijdswerking van het stuurprogramma te kalibreren zodat de
remmomenten automatisch worden vastgesteld voor de eindschakelaars
en eveneens voor statische en dynamische overbelasting.
10. Kijk de werking van het apparaat na en stel op het einde van de
installatie extra functies in (indien gewenst), zoals hieronder beschreven.
IIiO/ST-2/12/2013/ID-91384 Technische documentatie
W
106
è
inleiding
"PA"
op het display verschijnt
P
è