www.motralec.com / service-commercial@motralec.com / 01.39.97.65.10
water solutions
geraken in uitstekende gedeelten of steunpunten aan de binnenkant van de kuip
(afb. 9 A-B pag. 74).
Bij een elektrompomp zonder vlotter, bevelen wij de installatie van één of meer
vlotters in de bak aan om het starten, stoppen en eventuele alarmen te contro-
leren.
In aanwezigheid van krachtige turbulenties verdient het aanbeveling om de vlot-
ters aan een stijve, in de bak aangebrachte stang te bevestigen (afb. 10 pag. 74).
De vlotters moeten zodanig worden geïnstalleerd dat het minimale vloeistofpeil
nooit uitkomt onder:
• de bovenklep van de elektropomp bij continue werking (S1);
• het pomphuis bij intermitterende periodieke werking (S3) of voor modellen
met koelmantel.
Na het installeren dient het apparaat op goede werking getest te worden.
8. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN (AFB. 11 – 12A/B pag. 75-77)
• De aansluitingen op het elektriciteitsnet moeten in overeenstemming zijn met
de van kracht zijnde normen door gekwalificeerd personeel verricht worden.
• Voordat u werkzaamheden op de installatie start, moet u zich ervan verze-
keren dat de elektrische voeding naar de pomp en het bedieningspaneel is
uitgeschakeld en deze laatsten niet geactiveerd kunnen worden. Dit geldt ook
voor het regelcircuit.
• De voedingskabel moet zo worden bevestigd dat ze niet kan worden ver-
draaid, kan scheuren of kan worden samengedrukt.
• De vrije uiteinden van de kabel aansluiten in een speciale goedgekeurde
aftakdoos, met een isolatievermogen passend bij de installatieruimte.
• Voor het installeren controleren of de voedingsleiding geaard is met een mag-
netothermische differentieelschakelaar, of deze aan de wettelijke voorschrif-
ten voldoet en of de kabels van de pomp niet beschadigd zijn.
• De pompmotor moet worden beschermd tegen overbelasting door installa-
tie van een amperometrische beveiliging (motorbeveiligingsschakelaar) in
het hoofdregelcircuit of in de voedingslijn van de pomp. De capaciteit van
de beveiliging moet voldoende groot zijn en gebaseerd zijn op de nominale
gegevens van de pomp.
• De aanloopstroom met rechtstreeks starten kan tot zes keer hoger zijn dan
de nominale stroom.
• Om de veiligheid van de pomp te waarborgen moet hij worden gevoed via een
differentieelschakelaar met een drempelstroom van maximaal 30 mA.
• De apparaten zonder stekker moeten permanent op het elektriciteitsnet zijn
aangesloten. Het elektriciteitsnet moet zijn uitgerust met een meerpolige
schakelaar die de onderbreking van alle polen van de pomp van het elektrici-
teitsnet verzekert; de schakelaar moet rechtstreeks op de voedingsklemmen
worden aangesloten en moet een contactscheiding van alle polen hebben,
om een volledige ontkoppeling in overspanningscategorie III (4000V) mogelijk
te maken.
Handleiding voor eerste installatie – Vertaling van de originele instructies
• Met een ampèremeter controleren of de stroomopname van de pomp binnen
de grenzen op het typeplaatje ligt.
• De functionaliteit en elektrische veiligheid van de ZENIT elektropompen wor-
den gegarandeerd voor de configuratie die door de fabrikant is geleverd.
• Elke aanpassing (bv, toevoegen van een stuk kabel aan de originele) kan de
eigenschappen van de elektropomp aantasten.
• De elektrische aansluiting van modellen zonder stekker vereist dat eerst de
groengele aarddraad en vervolgens pas de andere draden aangesloten wor-
den.
• Controleren of de nominale spanning en frequentie van de voedingslijn over-
eenstemmen met de spanning die is aangegeven op het typeplaatje van de
elektropomp, en of de aansluitwaarde kleiner is dan de maximale toegelaten
aansluitwaarde.
8.1 Thermische beveiliging
De thermische beveiliging zit in de motoren ingebouwd en herstelt zich auto-
matisch.
De geleiders zijn gemarkeerdmet een sticker met de tekst "PROTEZIONE TER-
MICA - THERMAL PROTECTION" en moeten aan de bijbehorende aansluit-
klem van het schakelbord worden aangesloten.
Als de thermische beveiliging niet wordt aangesloten kan dit niet alleen gevaar
opleveren maar ook de garantie doen vervallen.
8.2 Vochtigheidssonde
De vochtigheidssonde detecteert het binnendringen van water in de oliekamer
van de asafdichtingen.
De geleider is gemarkeerdmet een sticker met de letter "S" en moet aan de
bijbehorende aansluitklem van het schakelbord worden aangesloten.
9. GARANTIE
Zenit verplicht zich ertoe het product te repareren of te vervangen wanneer de
storingen het gevolg zijn van defecten in het ontwerp, de bewerking of de assem-
blage en zij binnen de garantieperiode aan Zenit werden gemeld.
De garantie is niet van toepassing op storingen als gevolg van:
• normale slijtage;
• een niet conforme verplaatsing, installatie en toepassing;
• een gebruik met niet correct aangesloten controlesystemen;
• werkzaamheden uitgevoerd door niet gekwalificeerd personeel;
• het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
LET OP Elke wijziging aangebracht aan het product zonder de toestemming van
de fabrikant kan leiden tot gevaarlijke situaties, het verslechteren van de presta-
ties en de ongeldigheid van de garantie.
NL
17