9. Testen van elektrische apparaten/installaties con-
form DIN VDE 0701-0702 en ÖVE/ ÖNORM E 8701
Voor het testen moet een visuele controle van het testobject worden uitgevoerd. Bij een
vastgestelde beschadiging moet de test worden afgebroken.
a) Testen van apparaten van veiligheidsklasse 1
• Testen van apparaten met randaarde en toegankelijke geleidende
delen die met de aardleiding zijn verbonden.
• Sluit het testobject aan op de testbus (1) van de GT-6000.
• Steek de 4mm-veiligheidsstekker van de testkabel met krokodillen-
klem in de 4mm-veiligheidsbus (9) en maak een verbinding met een
metalen deel van het testobject.
• Bij netvoeding (aardleidingstroom met behulp van verschilstroom-
meetmethode, testobject in gebruik!) verbindt u de netaansluitkabel
met de inbouwstekker (11) op de GT-6000 en de geaarde stekker
met een geaarde contactdoos (230 V, 50 Hz, 16 A).
Indien nodig kan de testspanning van de R ISO-meting
(isolatieweerstand) met de knop (5) tot 250 VDC worden
verminderd. De gekozen testspanning wordt kortstondig op
het display weergegeven. Door nogmaals op de knop (5) te
drukken, wordt weer overgeschakeld naar de vooraf inge-
stelde testspanning van 500 VDC.
• Schakel het testobject in.
• Druk op de knop (2) om het automatische testproces te starten.
• De test begint met de meting van de aardleiderweerstand R
• Als R
groter is dan 1Ω, wordt de gemeten waarde van R
PE
weergegeven en naast het symbool R
ging dat de meting is gestopt, verschijnt "FAIL" op het display.
• Als R
hoger is dan de toegestane grenswaarde (≤ 0,3 Ω tot een lengte van 5
PE
m) maar lager dan 1Ω, wordt de gemeten waarde zonder evaluatie weergege-
ven. Het symbool "tAble" wordt weergegeven en het testproces wordt gestopt.
• Het verantwoordelijke testpersoneel moet beslissen of aan de hand van de
grenswaardetabel en aan de hand van de leidinglengte van het testobject de weergegeven meetwaarde al dan
niet aanvaardbaar is.
120
PE
verschijnt een X-symbool. Ter bevesti-
PE
250 V
RCD
500 V
.
op het display
PE
I
PE
I
B
3
Phase