Opslag
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
Het apparaat mat alleen in binnenruimtes worden opge-
slagen.
1. Druk op de ontgrendelingsknop van het accupack
en trek het accupack eruit om ontladen van de accu
te voorkomen.
Afbeelding R
Apparaat reinigen
Apparaat reinigen
LET OP
Risico op beschadiging en geurontwikkeling door
vloeistoffen en vochtig vuil
Vloeistoffen en vochtig vuil in het apparaat kunnen lei-
den tot bacteriële accumulatie en geurontwikkeling, als
ze niet wordt gebruiken of worden opgeslagen.
Vochtig vuil kan in het apparaat en op de reinigingsrol-
len opdrogen en de reinigingsprestaties van het appa-
raat nadelig beïnvloeden.
Maak het schoon- en vuilwaterreservoir leeg aan het
einde van het werk en voor opberging van het apparaat.
Reinig het vuilwaterreservoir, de veegladen en de reini-
gingsrollen.
Laat de schone reinigingsrollen gereinigde rollen aan de
lucht drogen, bijv. op het apparaat gemonteerd of verticaal
opgesteld. Plaats de natte reinigingsrollen niet op vochtge-
voelige oppervlakken, in gesloten containers of kasten.
1. De AAN/UIT-schakelaar indrukken.
Afbeelding L
Het apparaat schakelt uit.
2. Breng het apparaat in parkeerpositie (zie hoofdstuk
Algemene aanwijzingen over bediening).
3. Veeg vuil en resten schoonmaakmiddel van de be-
huizing weg met een vochtige doek.
4. Verwijder het verswaterreservoir, maak het leeg en
plaats het terug in het apparaat (zie hoofdstuk
Schoonwaterreservoir vullen).
Reinig het vuilwaterreservoir
LET OP
Vast vuil
Vast vuil kan op den duur het apparaat beschadigen.
Aanbevolen wordt om het apparaat na elk gebruik te rei-
nigen.
Reinig het vuilwaterreservoir regelmatig.
1. De AAN/UIT-schakelaar indrukken.
Afbeelding L
Het apparaat schakelt uit.
2. Breng het apparaat in parkeerpositie (zie hoofdstuk
Algemene aanwijzingen over bediening).
3. Leeg het vuilwaterreservoir (zie hoofdstuk Leeg het
vuilwaterreservoir).
4. Trek aan de dekselgreep en verwijder het deksel.
Afbeelding T
5. Reinig het vuilwaterreservoir en het deksel met lei-
dingwater.
Afbeelding U
6. Laat de vuilwaterschaal en het deksel drogen of
droog ze af met een pluisvrije doek.
7. Monteer het vuilwaterreservoir in omgekeerde volg-
orde en plaats het in het apparaat.
LET OP
Vast vuil
Vast vuil kan op den duur het apparaat beschadigen.
Aanbevolen wordt om het apparaat na elk gebruik te rei-
nigen.
Reinig de veegladen regelmatig.
1. De AAN/UIT-schakelaar indrukken.
Afbeelding L
Het apparaat schakelt uit.
2. Breng het apparaat in parkeerpositie (zie hoofdstuk
Algemene aanwijzingen over bediening).
3. Demonteer het vuilwaterreservoir (zie hoofdstuk
Leeg het vuilwaterreservoir).
4. Demonteer de veegladen.
a De veegladen aan de zijkant ontgrendelen en er
naar voren uitzwenken.
b De veegladen er opzij uitnemen.
Afbeelding V
5. Reinig beide veegladen onder stromend water.
Afbeelding W
6. Verwijder de reinigingsborstel uit het deksel van het
vuilwaterreservoir en verwijder eventueel vastzit-
tend vuil in de kammen (omlijst weergegeven).
7. Monteer beide veegladen in omgekeerde volgorde.
Reinigingsrollen reinigen
LET OP
Reinigingsmiddelresten in de reinigingsrollen
Schuimvorming
Was de rollen onder stromend water na elk gebruik of
reinig de rollen in de wasmachine.
LET OP
Schade door het reinigen van de rollen met wasver-
zachter of met behulp van een wasdroger
Beschadiging van de microvezels
Gebruik bij het wassen van de reinigingsrollen in de
wasmachine geen wasverzachter.
Plaats de reinigingsrollen niet in de wasdroger.
De reinigingsrollen niet bleken of strijken.
1. De AAN/UIT-schakelaar indrukken.
Afbeelding L
Het apparaat schakelt uit.
2. Breng het apparaat in parkeerpositie (zie hoofdstuk
Algemene aanwijzingen over bediening).
3. Reik in de verzonken handgrepen aan de zijkant
van de reinigingsrollen en schroef de reinigingsrol-
len eruit.
Afbeelding X
4. Reinig de reinigingsrollen onder stromend water of
in de wasmachine bij max. 60 °C.
Afbeelding Y
5. Reinig de rolaandrijvingen met een vochtige doek.
6. Draai de reinigingsrollen op de rolaandrijvingen. Let
op de kleurtoewijzing van de binnenkant van de rol
en de rolaandrijving (groen naar groen en blauw
naar blauw).
Afbeelding Z
7. De rollen op het apparaat gemonteerd of staand la-
ten drogen.
Nederlands
Veegladen reinigen
41