1. Tussenanker
2. Bevestigingshaak
3. Structureel anker M16
4. Borgmoer M16
5. Ring M16
6. Pennen
7. Faciale groeven
8. Bevestigingsgat
9. Gat van het structureel anker
10. Schroefopening
11. Kabel
12. Buis
13. Schroef HM16
6�5�3 Bevestiging op platina interface
De volgende installatieprocedure verwijst naar figuur 10
bladzijde 6:
a. Plaats de as van het bevestigingsgat (teken 8) in de
as van het gat van de platina interface (teken 9).
b. Plaats
de
bevestigingsschroef
uitgerust met de ring M16 (teken 5) in het gat van
de platina interface (teken 9) en vervolgens in het
bevestigingsgat van de haak (teken 8).
c. Plaats de tweede ring M16 (teken 5) en zet de moer
M16 (teken 4) terug.
d. Zet de bevestigingsschroef en de moer M16 vast
met een pijpsleutel van 24, kant haak en met een
platte sleutel van 24 kant interface.
Voor de rest van de installatie, volg punten d), e), g)
en h) van de procedure voor bevestiging van het
tussenanker op structurele verankering conform de
figuur 9 bladzijde 5 (§ 7.5.2).
Installatie voltooid�
3. Bevestigingsschroef M16
4. Borgmoer M16
5. Ring M16
8. Bevestigingsgat
9. Gat van de platina
6�6 Installatie van de bochtankers
6�6�1 Algemeen
De bochtankers zijn bevestigd op de structurele ankers
en op de platina interfaces (SAPI) zoals bepaald in
§ 7.3.1. Het bochtanker kan op horizontaal en hellend
vlak van max 15° geïnstalleerd worden.
Standaard zijn de bochtankers geleverd in een
polyethyleen zak, voorgemonteerd met 4 bouten HM16
(fig. 11).
6�6�2 Montage van het bochtanker
Om de installatie van het bochtanker op een structureel
anker of op een platina interface te vergemakkelijken,
raadt Tractel
installatie.
De volgende montageprocedure verwijst naar figuur 12
bladzijde 7:
a. Zet de ankers recht (teken 1) en zet vervolgens vast
met de schroeven HM16 (teken 3) en moeren M16
(teken 4) met een platte sleutel van 24 om een hoek
te verkrijgen van 90° +/ 5° tussen de as van het
anker (teken 1) en het oppervlak (teken 11).
"BELANGRIJK": Controleer, vóór de moer M16
(teken 4) vast te zetten, of de hexagonale kop van de
schroef M16 (teken 3) goed in de behuizing in rotatie
zit, voorzien op de haak (teken 2).
b. Plaats het cilindervormige uiteinde van de buis van
het anker (teken 9) in de geleidingsbuis (teken 10)
en doe dit voor de 2 ankers.
c. Houd de cilindervormige uiteinden van de buizen van
de ankers (teken 9) in de geleidingsbuis (teken 10)
M16
(teken 3)
en zet vast met de schroeven HM16 (teken 5) en
moeren M16 (teken 4).
d. Oriënteer de hoeken van de ankers in rotatie rond
de as van de schroeven HM16 (teken 5) en in positie
in het ovaal gat van de plaat (teken 8) om een hoek
van 90° +/ 5° tussen de buizen van de twee ankers
(teken 9) te verkrijgen.
"BELANGRIJK": Het is verplicht een ring M16
(teken 6) te plaatsen aan de kant van de kop van de
schroef HM16 (teken 5) kant plaat (teken 7) en een ring
M16 onder de moer kant haak (teken 2).
e. Na controle van de conformiteit van de hoeken,
vastzetten aan het koppel volgens § 7.3.1 volgorde
(teken 5) en de moeren M16 stevig vast met een
platte sleutel van 24 en een pijpsleutel van 24, en
zet vervolgens de schroef HM16 (teken 3) vast met
een platte dynamometrische sleutel van 24.
Montage voltooid�
1. Anker
2. Bevestigingshaak
3. Schroef HM16x55
4. Borgmoer M16
5. Schroef HM16x45
6. Ring M16
7. Plaat
8. Ovaal gat
9. Buis van het anker
10. Geleidingsbuis
11. Plaats oppervlak
aan de montage uit te voeren vóór de
®
NL
109