Tractel Travflex 2 GSP Manuel D'installation, D'emploi Et D'entretien page 108

8. Bevestigingsgat
9. Gat van het structureel anker
10. Verankergat levenslijn
11. Vergrendelmoer connector
6�4�3 Installatie op platina interface
De volgende installatieprocedure verwijst naar figuur 6
Bladzijde 4:
NL
a. Snij de plastic beugel door om de indicator (teken 1)
te verwijderen van het anker (teken 2), maar houdt
de indicator tegelijk op het anker.
b. Plaats de as van het bevestigingsgat (teken 8) in de
as van het gat van de platina interface (teken 9).
c. Plaats de bevestigingsschroef M16 (teken 3) met de
ring M16 (teken 5) in het gat van de platina interface
(teken 9) en vervolgens in het bevestigingsgat van
het anker (teken 8).
d. Plaats de tweede ring M16 (teken 5) en zet de moer
M16 (teken 4) terug.
e. Zet de bevestigingsschroef en de moer M16 vast
met 2 sleutels van 24.
f. Oriënteer het
hoekpositie volgens het bevestigingstype van de lijn
(§3) en zet vervolgens de bevestigingsschroef en de
bout vast aan het koppel volgens §7.3.1.
g. Plaats een connector type snelkoppeling (J) in het
bevestigingsgat van de levenslijn (teken 10), zet de
vergrendelmoer van de connector vast (teken 11) en
blokkeer krachtig met een platte sleutel.
 Installatie voltooid�
1. Valindicator
2. Anker
3. Bevestigingsschroef M16
4. Borgmoer M16
5. Ring M16
8. Bevestigingsgat
9. Gat van de platina
10. Verankergat levenslijn
11. Vergrendelmoer connector
6�5 Installatie van de tussenankers
6�5�1 Algemeen
De tussenankers zijn bevestigd op de structurele ankers
en platina interfaces (SAPI) zoals bepaald in §7.3.1.
In het geval van een installatie op een horizontaal of
hellend vlak mag de travflex™ 2 levenslijn niet met een
hoek van meer dan 10° op de opstelling afwijken, bij de
doorgang van een tussenanker (fig. 3). In het geval van
een installatie op een verticaal opstellingsvlak, mag de
travflex™ 2 levenslijn niet met een hoek van meer dan
15° op de opstelling afwijkt, bij de doorgang van een
tussenanker (fig. 3).
108
eindanker in de aanbevolen
Standaard zijn de tussenankers geleverd in een
polyethyleen zakje, op voorhand gemonteerd aan de
hand van de schroef HM16 en de borgmoer.
6�5�2 Bevestiging op structureel anker
De volgende installatieprocedure verwijst naar figuren 7
en 8 bladzijden 4 en 5:
a. Plaats de as van het bevestigingsgat (teken 8) in de
as van het gat van het structurele anker (teken 9).
b. Plaats het structurele anker (teken 3) naargelang
het geval, een bout voor de bevestiging op metalen
structuur (fig. 7); Een schroef of een tapdraad M16
voor stift (fig. 8) in het geval van een bevestiging op
een betonnen opstellingsvlak.
"BELANGRIJK": Plaats verplicht een inox rong
M16 (teken 5) tussen de winkelhaak en de kop van de
schroef of de moer van het structureel anker (teken 3).
c. Zet het structureel anker M16 vast met één of 2
sleutels van 24.
De volgende procedure verwijst naar figuur 9
bladzijde 5:
d. Monteer het tussenanker (teken 1) op de haak
(teken 2) met de schroef M16 (teken 13) en de
borgmoer (teken 4) en oriënteer het tussenanker in
de aanbevolen hoekpositie naargelang het type van
de bevestiging van de lijn hetzij (§3):
• Type 1 : Voor een installatie op horizontaal vlak of
hellend aan mx. 15°: 90°
• Type 2 : Voor een installatie op een verticaal vlak
+/­ 5°: 135°.
"OPMERKING": De hoek van 135° stelt een
afstand voor van 115 mm tussen de as van het gat
(teken8) en de as van de buis (teken 12).
e. Plaats 2 pennen (teken 6) in de faciale groeve van
de haak (teken 7).
f. Zet de borgmoer (teken 4) vast totdat de winkelhaak
(teken 2) in contact komt te staan met het
tussenanker (teken 1).
"BELANGRIJK": Controleer, vóór de moer M16
(teken 4) vast te zetten, of de kop van de hexagonale
schroef HM16 (teken 13) goed in de blokkeerbehuizing
in rotatie zit voorzien op de winkelhaak (teken 2).
g. Plaats de kabel (teken 11) in de buis van het tussen­
anker (teken 12) door hem in de schroefopening
(teken 10) te plaatsen.
h. Controleer of de kabel (teken 11) vrij in de buis
(teken 12) glijdt.
 Installatie voltooid�