Voordat u achteruit rijdt, moet u controleren dat u niemand in ge-
vaar brengt, let vooral op kinderen. Laat u indien nodig bijstaan
door een andere persoon.
Let bij het achteruitrijden op de gehele omgeving.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen bij rijden met opgetild vuilreservoir!
Bij het rijden met het vuilreservoir omhoog is er een verhoogd ri-
sico op ongevallen door een verandering in het zwaartepunt van
de machine.
Rijd niet met het vuilreservoir omhoog.
LET OP
Beschadigingsgevaar van de aandrijving!
Schokkerige bediening van het rijpedaal kan de aandrijving be-
schadigen.
Bedien het rijpedaal altijd langzaam en voorzichtig.
Breng de machine tot stilstand voordat u van vooruit naar achter-
uit of vice versa schakelt.
Instructie
De hendel aan de parkeerrem in het voorwiel moet in de rijstand
staan, zie hoofdstuk Parkeerrem lossen / activeren.
Afbeelding L
Stuurwiel
1
Display
2
Rijrichtingsschakelaar
3
Rijpedaal
4
1. De machine starten, zie hoofdstuk Machine starten.
2. Controleer de laadstatus van de batterij op het display, laad de
batterij indien nodig op, zie hoofdstuk Accu laden.
3. Zet de rijrichtingsschakelaar in de stand "Vooruit rijden" of
"Achteruit rijden".
4. Trap het gaspedaal voorzichtig in en stel de rijsnelheid
traploos in.
Bedien het gaspedaal niet met schokken.
5. Stuur de rijrichting met het stuurwiel.
6. Laat het gaspedaal los om de snelheid te verminderen.
Veegbedrijf
Instructies voor het vegen
1. Voor een optimaal reinigingsresultaat past u de rijsnelheid aan
de omstandigheden aan en rijdt u vooruit.
2. Vegen is alleen mogelijk met ingeschoven vuilreservoir.
Als de programmakeuzeschakelaar op "rijden" staat, wordt de
klep van het vuilreservoir automatisch gesloten.
Als de programmakeuzeschakelaar op "Vegen met veegwals"
of op "Vegen met veegwals en zijbezems" staat, wordt de klep
van het vuilreservoir automatisch geopend en kan er geveegd
worden.
3. Het stoffilter wordt met regelmatige tussenpozen automatisch
gereinigd. In geval van zeer grote stofophoping tussen de in-
tervallen, drukt u op de toets stoffilterreiniging om een extra
stoffilterreiniging te activeren.
4. Leeg het vuilreservoir regelmatig, zie hoofdstuk Vuilreservoir
leegmaken. Overschrijd de maximale vulling van het vuilreser-
voir niet, zie hoofdstuk Technische gegevens.
Indien voornamelijk veeggoed met hoge dichtheid (gruis,
zand, enz.) wordt opgenomen, moet het vuilreservoir vroeger
worden geleegd.
5. Vaste obstakels tot 6 cm hoog kunnen langzaam en voorzich-
tig worden overreden.
LET OP
Rij alleen met een geschikte oprijplaat over vaste hindernissen
van meer dan 6 cm hoogte.
Vegen met veegwals en zijbezems
GEVAAR
Verwondingsgevaar door abrupt stoppen!
De machine komt abrupt tot stilstand zodra de bestuurdersstoel
niet meer bezet is.
Sta tijdens het rijden niet op van de bestuurdersstoel.
WAARSCHUWING
Letselgevaar door weggeslingerd veeggoed!
Wanneer de grofvuilklep openstaat, kan weggeslingerd veeg-
goed (bijv. stenen) personen of dieren in de omgeving verwon-
den.
Open de grofvuilklep niet wanneer er zich mensen of dieren in de
buurt van de machine ophouden.
LET OP
Beschadigingsgevaar door het opvegen van linten en touw-
tjes!
Als lange, flexibele voorwerpen zoals linten of touwtjes worden
opgeveegd, kunnen deze het veegmechanisme beschadigen.
Rij niet met de machine of de zijbezem over lange, flexibele voor-
werpen zoals linten of touwtjes en veeg dergelijke voorwerpen
niet op.
1. Selecteer voor vegen het programma "Vegen met veegwals",
zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar.
De veegwals wordt ingeschakeld en neergelaten.
2. Voor reiniging dicht bij de rand kiest u het programma "Vegen
met veegwals en zijbezems", zie hoofdstuk Programmakeu-
zeschakelaar.
De veegwals en de zijbezem worden ingeschakeld en neerge-
laten.
3. Bij natte of vochtige oppervlakken de klep voor nat vegen ope-
nen.
De zuigkracht wordt verminderd en het binnendringen van
overmatig vocht in het stoffilter wordt voorkomen
4. Om grotere voorwerpen tot ca. 50 mm op te vegen, drukt u
kort op het pedaal van de grofvuilklep.
WAARSCHUWING
Letselgevaar door vallende voorwerpen!
Bij het optillen en neerlaten van het vuilreservoir bestaat er letsel-
gevaar door voorwerpen die van het neerlegvlak vallen.
Alvorens het vuilreservoir op te tillen, verwijdert u alle voorwer-
pen die niet stevig vastzitten van het neerlegvlak.
WAARSCHUWING
Letselgevaar door kantelen van de machine bij het legen van
het vuilreservoir!
Leeg het vuilreservoir alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
Houd een veilige afstand bij het legen op glooiingen en hellingen.
WAARSCHUWING
Letselgevaar wanneer er zich iemand in het zwenkbereik van
het vuilreservoir bevindt!
Zorg ervoor dat er zich tijdens het ledigen geen personen of die-
ren in het zwenkbereik van het vuilreservoir ophouden.
WAARSCHUWING
Letselgevaar door knellen en afscheuren van lichaamsdelen
wanneer in het mechanisme van het vuilreservoir wordt ge-
grepen!
Grijp niet in het bewegingsgebied of aan de onderdelen van het
ledigingsmechanisme van het vuilreservoir.
LET OP
Beschadigingsgevaar bij wisselen van programma!
Wanneer het vuilreservoir omhoog staat, bestaat beschadigings-
gevaar door wisselen van het programma "rijden".
Laat het programma "rijden" geselecteerd zolang het vuilreser-
voir omhoog staat. Zet de programmakeuzeschakelaar niet op
"Vegen met veegwals" of "Vegen met veegwals en zijbezems".
Instructie
Bij het hoog ledigen van de machine kan het vuilreservoir worden
leeggemaakt in bijv. een afvalcontainer (voor de maximale los-
hoogte zie hoofdstuk Technische gegevens).
Optillen:
1. Verwijder alle voorwerpen die niet goed vastzitten van het op-
bergvak.
Nederlands
Vuilreservoir leegmaken
73