8
Werking
8.1
Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste
inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling van de brander moet
uitgevoerd worden door bevoegd personeel vol-
gens de uitleg in deze handleiding en conform de
OPGELET
van kracht zijnde normen en wetsbepalingen.
Controleer of de mechanismen voor regeling, be-
diening en veiligheid correct functioneren.
OPGELET
8.2
Afstelling verbranding
Conform de Richtlijn Rendement 92/42/EEG moeten het aan-
brengen van de brander op de ketel, de regeling en de keuring
worden uitgevoerd volgens de handleiding van de ketel. Hieron-
der valt ook de controle van de CO en CO
rookgassen, de temperatuur ervan en de gemiddelde tempera-
tuur van het water van de ketel. In functie van het nodige ketel-
vermogen, worden de verstuiver, de pompdruk, de positie van
het gaspijpstuk, de opening van de gleuven voor de circulatie van
de rookgassen, de regeling van de lucht, de regeling van de bran-
derkop bepaald volgens de tabel hieronder.
De in de tabel vermelde waarden zijn verkregen op CEN ketels
(volgens EN267) en hebben betrekking op 13% CO
veau (1013 hPA), met een temperatuur van de omgeving en van
de stookolie gelijk aan 20 °C en met een druk in de verbrandings-
kamer gelijk aan 0 mbar.
Verstuiver
GPH
Hoek
1,00
60° H
1,10
60° H
1,25
60° H
1,35
60° H
1,50
60° H
8.3
Aanbevolen verstuivers
Steinen
type 60° H;
Danfoss
type 60° H;
Delavan
type 60° W.
V o o r h e t b e r e i k e n v a n d e e m i s s i e s i n
KLASSE 3 (EN267:1999) zijn er holle kegel
verstuivers gebruikt.
OPGELET
De brander is conform de emissievereisten die voorzien worden
door de norm EN 267.
Om de volharding van de emissie te garanderen, moeten de aan-
bevolen en/of alternatieve mondstukken gebruikt worden die
door Riello aangeduid worden in de aanwijzingen en de waar-
schuwingen.
Werking
concentratie in de
2
, op zeeni-
2
Debiet
Pompdruk
brander
bar
kg/h ± 4%
12
12
12
12
12
17
De verbrandingslucht wordt uit de buitenlucht
aangezogen, bijgevolg kunnen er grote tempera-
tuurvariaties bestaan die de percentwaarde van
OPGELET
de CO
kunnen beïnvloeden. Het valt aan te ra-
2
den om de CO
grafiek. Bijv.: temperatuur van de buitenlucht
10 °C, stel de CO
14,5
14,0
13,5
13,0
12,5
12,0
11,5
0
5
10
Temperatuur buitenlucht (°C)
Afstelling
branderkop
Merkteken
3,8
1
4,3
1,5
4,9
2
5,2
2,5
6,0
4
Er wordt aanbevolen de mondstukken jaarlijks te
vervangen, tijdens het periodieke onderhoud.
OPGELET
Het gebruik van andere mondstukken dan diege-
ne die voorgeschreven worden door Riello S.p.A.
en het niet correcte periodieke onderhoud kunnen
VOORZICHTIG
leiden tot het niet respecteren van de emissieli-
mieten die voorzien worden door de van kracht
zijnde normenstelsels, en kan in extreme gevallen
schade aan voorwerpen of letsels aan personen
veroorzaken.
Er wordt aangenomen dat deze schade die ver-
oorzaakt wordt door het niet respecteren van de
voorschriften die aangeduid worden in deze hand-
leiding op geen enkele manier te wijten kunnen
zijn aan de producent.
NL
te regelen volgens onderstaande
2
af op 12,5% (± 0,2%).
2
15
20
25
30
Regeling
luchtklep
Merkteken
1,5
2
3
3,5
5
D4604
35
40
Afb. 15
Tab. A
20014521