6
Hydraulische ydraulische installatie
Op de brander kunnen aan beide kanten stook-
olietoevoerleidingen geïnstalleerd worden.
Het is noodzakelijk een filter te plaatsen op de
OPGELET
brandstoftoevoerleiding.
6.1
Pomp
De pomp Afb. 9 is voorzien voor een installatie met twee lei-
dingen.
Controleer, alvorens de brander in werking te zetten, of de
terugloopleiding niet verstopt is.
Een te hoge tegendruk ( 1 bar) zou de afdichting van de
pomp doen breken zodat er brandstof in de brander lekt.
Draai bij één leiding de terugloopdop 2) los, verwijder de by-
passschroef 3) en draai de dop 2) opnieuw aan, met een
aanhaalmoment van 0,5 Nm.
De aanzuigdop 1) is van kunststof.
Wanneer hij verwijderd wordt, kan hij niet opnieuw
gebruikt worden.
OPGELET
Op installaties met een enkele buis moet de dop
op de retour 2) verplicht van staal zijn.
De pomp is voorzien van een regelsysteem voor de aanvoerdruk
5). De druk neemt toe als het in de richting van de klok gedraaid
wordt en neemt af als het tegen de richting van de klok in ge-
draaid wordt.
De gevoeligheid is ongeveer 1 bar per slag. De druk kan afge-
steld worden binnen het bereik van 8 ÷ 15 bar.
Er wordt aanbevolen de knop 9) niet los te maken
en om veiligheidsredenen regelmatig te controle-
ren of hij goed vast zit.
OPGELET
8
1
Aanzuigleiding
1
Terugloopleiding
2
3
Schroef voor bypass
Manometeraansluiting
4
Drukregelschroef
5
Hydraulische ydraulische installatie
9
7
5
6
4
3
2
D9630
Vacuümmeteraansluiting
6
Ventiel
7
8
Extra drukafnamepunt
Knop
9
6.2
Onder druk staande eenpijpinstallaties
De onder druk staande installaties (Afb. 10) met één leiding heb-
ben een positieve druk van de brandstof aan de ingang van de
brander.
Deze systemen hebben typisch een tank die hoger staat dan de
brander of de brandstofpompsystemen buiten de brander.
●
ALLEEN VOOR ITALIË:
Automatisch onderbreeksysteem volgens DM 28/4/2005.
H
meter
0,5
1
1,5
2
= niveauverschil;
H
= max. lengte aanzuigleiding;
L
= binnendiameter leiding.
Ø i
De installateur moet ervoor zorgen dat de druk in
de toevoer de 0,5 bar niet overschrijdt.
Boven deze waarde wordt de afdichting van de
OPGELET
pomp te zwaar belast.
In de installatie van Afb. 10 worden in de tabel de maximumleng-
tes aangegeven voor de toevoerleiding op basis van het niveau-
verschil, de lengte en de diameter van de brandstofleiding.
6.2.1
Aanzuiging pomp
Het volstaat de vacuümmeteraansluiting 6) (Afb. 9) los te draaien
en te wachten totdat de brandstof er uitstroomt.
Afb. 9
13
NL
INSTALLATIE NIET
TOEGESTAAN
IN DUITSLAND
●
D6328
L meter
Øi
Øi
8 mm
10 mm
10
20
20
40
40
80
60
100
Afb. 10
20014521