(A)
TIJDENS DE WERKING
Systeem voorzien van een besturingsinrich-
ting TR.
Zodra de startcyclus beëindigd is, gaat het com-
mando van de elektromagnetische klep van de
2de vlamgang over naar de besturingsinrichting
TR die de temperatuur of druk van de ketel
regelt.
• Wanneer de temperatuur of de druk stijgt tot-
• Wanneer de temperatuur of de druk daalt tot-
• De brander valt stilt wanneer het verzoek om
Systeem niet voorzien van een besturingsin-
richting
gemonteerd)
De brander wordt aangezet zoals in het hiervoor
beschreven geval. Als de temperatuur of de
druk stijgt totdat de besturingsinrichting TL
opengaat, valt de brander uit (sectie A-A in het
diagram).
Wanneer de elektromagnetische klep 11) ont-
kracht wordt, sluit de zuiger 12) de passage
D1756
naar de verstuiver van de 2de vlamgang en de
brandstof in de cilinder 15), zuiger B, wordt
gelost in de terugloopleiding 7).
ONTSTEKINGSFALEN
Als de brander niet aangezet wordt, wordt hij
vergrendeld 5s na de opening van het 1ste ver-
stuiverventiel en 30s na de sluiting van de
besturingsinrichting TL.
Het rode controlelampje van de controledoos
gaat branden.
ONGEWENST
DE WERKING
Als de vlam tijdens de werking uitgaat, valt de
brander automatisch na 1 seconde uit en hij
tracht automatisch opnieuw te starten door de
startcyclus te herhalen.
LAATSTE CONTROLES
• Verduister de UV-sensor en schakel de bestu-
• Verduister de UV-sensor terwijl de brander
• Schakel de besturingsinrichting TL uit, ge-
15
dat de besturingsinrichting TR opengaat, gaat
de elektromagnetische klep 11) open, en de
brander gaat van de 2de vlamgang van wer-
king naar de 1ste.
dat de besturingsinrichting TR dichtgaat, gaat
de elektromagnetische klep 11) dicht, en de
brander gaat van de 1ste vlamgang van wer-
king naar de 2 de, en zo verder.
warmte minder bedraagt dan de hoeveelheid
warmte geleverd door de brander in de 1ste
vlamgang. In dat geval gaat de afstandsbestu-
ringsinrichting TL open, de elektromagneti-
sche klep 8) gaat dicht, de vlam gaat
onmiddellijk uit. Het ventiel van de luchtklep
van de ventilator gaat helemaal dicht.
TR
(provisorische
STILVALLEN
ringsinrichtingen in: de brander moet starten
en vervolgens vergrendeld worden ongeveer
10 s na het openen van de werkingsklep van
de 1ste vlamgang.
werkt: de vlam moet binnen de seconde uit-
gaan, de startcyclus en de brandervergrende-
ling worden herhaald.
volgd door de besturingsinrichting TS terwijl
de brander werkt: de brander moet stilvallen.
verbinding
TIJDENS