All manuals and user guides at all-guides.com
9. Ingebruikname van de zender
Raadpleeg hiervoor ook de betreffende instructies in de bij de afstandsbediening geleverde
gebruiksaanwijzing. Zorg dat u voor de eerste vlucht zeer vertrouwd bent geraakt met alle functies van de
afstandsbediening.
De afstandsbediening kan voor max. 10 modelvliegtuigen worden voorgeprogrammeerd. Op die manier
hoeft u niet telkens als u met een ander model wilt vliegen, de afstandsbediening opnieuw programmeren.
Bij het inschakelen, verschijnen de omschrijving en het nummer van het actueel ingestelde model.
Voordat u met het vliegen begint, moet u er zich van overtuigen, dat op de afstandsbediening het correcte
model is ingesteld. Met de waarden voor een ander model zou het door u gebruikte model kunnen
neerstorten.
Maak een notitie van welk modelvliegtuig onder welke omschrijving en nummer u in de afstandsbediening
hebt geprogrammeerd. Plak deze notitie bijv. op de rugzijde van de afstandsbediening.
Alarmmelding bij ingeschakelde mengers
Bij het inschakelen van de zender gaat een lampje knipperen en klinkt een geluidsignaal wanneer een van de
schakelaars voor de verschillende vliegtoestanden (afb 1, pos. 8 en 12) is geactiveerd en/of de stuurknuppel voor
toerental/pitch niet volledig naar achteren is getrokken (motor uit). Beide functies moeten eerst worden gecorrigeerd
om de zender terug te brengen in de normale bedrijfsmodus.
90