Nederlands
4.5
Werkgebied en -omgeving
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van de kettingzaag en de opge‐
worpen voorwerpen niet herkennen en de
gevaren hiervan niet inschatten. Onbevoegde
personen, kinderen en dieren kunnen ernstig
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op
afstand houden van het werkgebied.
► Kettingzaag niet zonder toezicht laten.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de ketting‐
zaag kunnen spelen.
■ Als de motor draait, stromen hete uitlaatgas‐
sen uit de uitlaatdemper. Hete uitlaatgassen
kunnen licht ontvlambare materialen ontsteken
en branden veroorzaken.
► De hete uitlaatgassen uit de buurt van licht
ontvlambare materialen houden.
4.6
Veilige staat
4.6.1
Kettingzaag
De kettingzaag verkeert in de veilige staat als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De kettingzaag is niet beschadigd.
– Er lekt geen brandstof uit de kettingzaag.
– De brandstoftankdop en de olietankdop zijn
gesloten.
– De kettingzaag is schoon.
– De kettingvanger is gemonteerd en niet
beschadigd.
– De kettingrem functioneert.
– De bedieningselementen werken en zijn niet
gewijzigd.
– De kettingsmering functioneert.
– De inloopsporen op het kettingtandwiel zijn
niet dieper dan 0,5 mm.
– Een in deze gebruiksaanwijzing aangegeven
combinatie van zaagblad en zaagketting is
gemonteerd.
– Het zaagblad en de zaagketting zijn correct
gemonteerd.
– De zaagketting is correct gespannen.
– Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze
kettingzaag is gemonteerd.
– Het toebehoren is correct gemonteerd.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige staat kunnen de componen‐
ten niet meer correct functioneren en kunnen
de veiligheidsinrichtingen worden uitgescha‐
keld en kan er olie weglekken. Personen kun‐
nen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
6
► Met een onbeschadigde kettingzaag werken.
► Als er brandstof uit de kettingzaag lekt: niet
met de kettingzaag werken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
► Brandstoftankdop en olietankdop sluiten.
► Als de kettingzaag vuil is: kettingzaag reini‐
gen.
► Met een gemonteerde en onbeschadigde
kettingvanger werken.
► Aan de kettingzaag geen wijzigingen aan‐
brengen. Uitzondering: montage van een in
deze gebruiksaanwijzing aangegeven combi‐
natie van zaagblad en zaagketting.
► Als de bedieningselementen niet functione‐
ren: Niet met de kettingzaag werken.
► Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze
kettingzaag monteren.
► Zaagblad en zaagketting zo monteren als in
deze gebruiksaanwijzing staat beschreven.
► Monteer toebehoren zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing of in de gebruiksaanwijzing van
het toebehoren beschreven staat.
► Geen voorwerpen in de openingen van de
kettingzaag steken.
► Versleten of beschadigde stickers vervan‐
gen.
► Als er onduidelijkheid bestaat: contact opne‐
men met een STIHL dealer.
4.6.2
Zaagblad
Het zaagblad verkeert in de veilige staat als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
– Het zaagblad is niet beschadigd.
– Het zaagblad is niet vervormd.
– De groef is zo diep als of dieper dan de mini‐
male groefdiepte,
– Er bevinden zich geen bramen op de randen
van de groef.
– De groef is niet versmald of verbreed.
WAARSCHUWING
■ In een onveilige staat kan het zaagblad de
zaagketting niet meer correct geleiden. De
ronddraaiende zaagketting kan van het zaag‐
blad springen. Personen kunnen ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
► Met een onbeschadigd zaagblad werken.
► Als de diepte van de groef kleiner is dan de
minimale groefdiepte: zaagblad vervangen.
► Zaagblad wekelijks ontdoen van bramen.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken
wij u contact op te nemen met een
STIHL dealer.
0458-890-7621-B. VA0.A21.
4 Veiligheidsinstructies
19.3.