nl
Voorafgaand aan het uitvoeren van de onderhoudswerk-
zaamheden moet zijn voldaan aan de volgende voor-
waarden:
▪ De pomp is afgekoeld tot omgevingstemperatuur.
▪ De pomp is grondig gereinigd en (indien nodig) gedesin-
fecteerd.
9.5.1
Aanbevolen onderhoudswerkzaamheden
Voor een storingsvrij bedrijf wordt aanbevolen om regel-
matig een controle uit te voeren van de stroomopname
en de bedrijfsspanning op alle drie fasen. Bij normaal be-
drijf blijven deze waarden constant. Lichte schommelin-
gen hangen af van de gesteldheid van het medium. Aan
de hand van de stroomopname kunnen beschadigingen
of storingen van waaier, lagers of motor vroegtijdig wor-
den opgemerkt en worden verholpen. Grote spanning-
schommelingen belasten de motorwikkeling en kunnen
tot uitval van de pomp leiden. Met regelmatige controles
kan een grotere gevolgschade worden voorkomen en het
risico op een onherstelbare beschadiging worden ver-
minderd. Met het oog op regelmatige controles wordt de
toepassing van een bewaking op afstand aanbevolen.
9.5.2
Visuele controle van de aansluitkabel
Controleer de aansluitkabel op:
▪ Blaasvorming
▪ Scheuren
▪ Krassen
▪ Schuurplekken
▪ Afknellingsplekken
Stel de pomp direct buiten bedrijf als u beschadigingen
aan de aansluitkabel vaststelt! Laat de aansluitkabel ver-
vangen door de servicedienst. Neem de pomp pas weer
in gebruik als de schade vakkundig is verholpen!
VOORZICHTIG! Via een beschadigde aansluitkabel kan
er water in de pomp binnendringen! Binnengedrongen
water leidt tot onherstelbare schade aan de pomp.
9.5.3
Zichtcontrole van toebehoren
Het toebehoren moet worden gecontroleerd op:
▪ De correcte bevestiging
▪ De storingsvrije functie
▪ Slijtage-indicaties, bijv. scheuren als gevolg van trillingen
Vastgestelde gebreken moeten onmiddellijk worden ge-
repareerd of het toebehoren moet worden vervangen.
9.5.4
Zichtcontrole van het huis op slijtage
De onderdelen van het huis mogen geen beschadigingen
vertonen. Wanneer er gebreken worden vastgesteld, dan
moet met de servicedienst worden overlegd!
190
Onderhoud
9.5.5
Functiecontrole van de bewakingsinrichtingen
Voor het controleren van de weerstanden moet de pomp
zijn afgekoeld tot de omgevingstemperatuur!
9.5.5.1 De weerstand van de temperatuursensor controleren
Meet de weerstand van de temperatuursensor met een
ohmmeter. De bimetaalsensoren moeten een meetwaar-
de aangeven van 0 Ohm (doorgang).
9.5.5.2 Controleer de weerstand van de staafelektrode voor
de bewaking van de afdichtingsruimte
Meet de weerstand van de elektrode met een ohmmeter.
De gemeten waarde moeten naar "oneindig" gaan. Bij
waarden van ≤ 30 kOhm zit er water in de olie, ververs in
dat geval de olie!
9.5.6
Olieverversen in de afdichtingsruimte
WAARSCHUWING
Bedrijfsstoffen onder hoge druk!
In de motor kan een druk van meerdere bar ontstaan!
Deze druk daalt bij het openen van de sluitpluggen.
Wanneer de sluitpluggen onzorgvuldig worden geo-
pend, kunnen deze er met hoge snelheid uit worden
geslingerd! Om letsel te voorkomen, moeten de vol-
gende instructies worden opgevolgd:
• De werkstappen moeten in de voorgeschreven
volgorde worden uitgevoerd.
• Draai de sluitpluggen er langzaam en nooit volle-
dig uit. Zodra de druk ontsnapt (hoorbaar fluiten
of sissen van lucht), mag u de sluitplug niet verder
draaien!
• Wacht tot de druk volledig is ontsnapt en draai de
sluitplug er dan volledig uit.
• Draag een gesloten veiligheidsbril.
WAARSCHUWING
Verbrandingen door hete bedrijfsstoffen!
Wanneer de druk ontsnapt, kunnen er ook hete be-
drijfsstoffen naar buiten spuiten. Hierdoor kunnen
brandwonden worden veroorzaakt! Om letsel te voor-
komen, moeten de volgende instructies worden op-
gevolgd:
• Laat de motor afkoelen tot omgevingstempera-
tuur, open de sluitpluggen pas daarna.
• Draag een gesloten veiligheidsbril of gelaatsbe-
scherming en handschoenen.
WILO SE 2019-02