4
Monteren
4.1
Uitgraven van de bodem en plaatsing van de installatie
Geschiktheid van product(variant) voor de omgevings-
omstandigheden (zie "Reglementair gebruik") en inbouw-
diepte (zie "Productomschrijving") controleren.
Hellingshoek β (ca. 60°) bepalen.
Gat graven, waarbij minstens 50 cm ruimte rond de basis
van het reservoir moet worden vrijgehouden.
Gat met een beschermende onderlaag van 30 cm verste-
vigen(1) en het oppervlak nivelleren.
4.2
Verdiepte inbouw
Voor grotere inbouwdieptes kan optioneel het verlengstuk
met art.nr. 829100 worden gebruikt.
Afdichting op de juiste positie in de schacht leggen.
Verlengstuk in de schacht plaatsen en met het grondop-
pervlak uitlijnen.
4.3
Leidingen aansluiten
Toevoer-/ontluchtingsleiding aansluiten
De plek voor de aansluiting bepalen. En in de daarvoor
bedoelde aanboorvlakken boren.
Een boor met een passende gatenzaag (art.nr. 500101)
kiezen. Het gat volgens de handleiding van de gatenzaag
boren.
Passende afdichting voor de buisdoorvoer plaatsen
Toevoer-/ontluchtingsleiding invetten en in doorvoeraf-
dichting steken.
Persaansluiting maken
Lijmoppervlakken vooraf schoonmaken.
Pvc-lijm op de persaansluiting aanbrengen.
Lijmmof op de persaansluiting schuiven.
Pvc-lijm op de persleiding aanbrengen en de persleiding
in de lijmmof schuiven.
Volg de instructies van de lijm en let op de droogtijd!
016-232_01
Inbouw- en bedieningshandleiding
61 / 84