De stuurschakelaar rechts (afb. 13)
1) Noodstopschakelaar (MOTORSTOP), met twee
standen:
stand
(RUN) = rijden;
stand
(OFF) = uitschakelen van de motor.
Opgelet
Deze schakelaar dient vooral om de motor snel uit te
zetten in noodgevallen. Als de motor uit staat, zet men
deze schakelaar
weer in de ruststand om het voertuig
weer aan te kunnen zetten.
Belangrijk
Als u na het rijden met brandende lichten, de motor
uitzet met de noodstopschakelaar (1) en de contactsleutel
op ON laat staan, kan de accu leeg raken omdat het licht
blijft branden.
2) Knop
= motor starten.
NL
1
2
afb. 13
afb.
21